Henry Looijen. Foto: Archief Willy Hermans

Henry Looijen. Foto: Archief Willy Hermans

Hengelo 50 jaar geleden

Algemeen

HENGELO - Aan de hand van krantenberichten blikken we terug op gebeurtenissen uit het verleden. Deze week gaan we 50 jaar terug in de tijd naar 18 januari 1972, een artikel in De Graafschapbode.

Door Willy Hermans

Cursisten van ’t Kervel bestalen hun weldoener voor ruim 30.000 gulden
‘Nadat het landgoed ’t Kervel in de Tweede Wereldoorlog had gediend als opvangcentrum van Joodse onderduikers en verzetsmensen werd het in 1949 een klooster. Het werd bewoond door de contemplatieve zusters Clarissen. Zo was het 20 jaar zorgvuldig van de buitenwereld gescheiden. De zusters zijn inmiddels naar Silvolde verhuisd. ’t Kervel is nu in handen van de Hagenaar Henry G. Looyen. De beëdigd expert, taxateur, directeur, kunstcriticus en verzamelaar van kerkelijke kunst kocht het pand met bijbehorend terrein in augustus 1969. Looijen vond dat Nederlanders een ereschuld hadden in te lossen bij de Molukkers en begon in oktober 1970 met de opleiding van Zuid-Molukkers die naar hun eigen land terug wilden keren. Hij investeerde veel geld om de jongelui die vakken te kunnen leren om in het vaderland een redelijke kans van bestaan zouden geven. Hij investeerde tonnen in de opleiding van Zuid-Molukkers die terug willen keren naar hun land.

Als dank hiervoor zijn sommige cursisten, een georganiseerde groep infiltranten, aan het roven geslagen. Voor een bedrag van in totaal meer dan 30.000 gulden hebben ze dekens en materialen achterover gedrukt. Ook heeft men edelstenen uit de zetting van een 18e-eeuws draagkapelletje weten te peuteren en te verdonkeremanen. De draagkapel maakt deel uit van een in het kerkje van ’t Kervel uitgestalde kunstcollectie. Ook hebben ze een van Looijens honden vergiftigd.

Looijen woont met zijn vrouw en een van zijn beide zonen in het koetshuis. De Hagenaar heeft een veelbewogen leven achter zich. In de oorlog werd hij zwaar gewond en verloor beide onderbenen en zijn rechterhand. Erg hulpbehoevend is hij daardoor niet geworden, zo nodig redt hij zich ook zonder invalidenwagentje. “Een kwestie van wilskracht”, zegt hij. Hij is er een beetje op afgeknapt dat men hem vorig jaar heeft opgescheept met allerlei rapalje. De cursisten die via geestelijken werden geselecteerd waren over het algemeen eerlijk en betrouwbare, harde werkers, maar soms bleken ze ellenlange straflijsten te hebben en waren er zelfs knapen bij met lopende vonnissen. Daarom is het goed dat nu de Indonesische ambassade in Den Haag voortaan selectie toepast.

De weldoener van de ca. 200 Zuid-Molukkers die op ’t Kervel te gast waren heeft nog meer teleurstellingen te verwerken gehad. Zo heeft een storm vorig jaar november een flinke bres geslagen in zijn broeikassen met meer dan 3000 gulden schade die niet verzekerd was.’

Toevoeging: Tussen 1970 en 1973 kregen zo’n 600 Molukse jongeren een cursus landbouw en veeteelt. Daarmee konden ze terug naar hun vaderland. Looijen kreeg hiervoor een onderscheiding van de Indonesische ambassade. Van de subsidies van de overheid kwam weinig terecht zodat Looijen er zelf geld in bleef pompen. In 1976 haalde hij het landelijke nieuws met een grote zwendelaffaire in verbandmiddelen en medische apparatuur waar veel mensen bij betrokken waren. In december 1976 werd beslag gelegd op het landhuis en keerde Henry Looijen terug naar Den Haag.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant