Afbeelding

Dokter van Zon

Opinie

Het is zondag en de Franse tulpen hangen zo loom als wij doen; met stelen die haast lijken te knakken, maar aan het eind toch opveren. Het was een week zoals weinigen en zovelen. Terwijl ik voor het eerst in mijn leven solo een theater bezocht, werd in Rusland een concertzaal leeg geveegd. Als ik dat had geweten, had ik het vast met een ander besef beleefd. Nu zat ik daar gewoon; door niets anders dan mezelf beïnvloed, te ondergaan wat me werd aangereikt. Kon ik namijmeren zonder smet, op de terugweg.

Cruisecontrol en verder alles er ook onder. Nog altijd zonder realiteit, want met eigen muziek. Eindelijk kon ik mezelf horen, nam het suizen van snelheid na zevenen me mee op de gedachtestroom van nooit meer onbezonnen, daar ik me dit stille gevoel van vrijheid niet kon heugen. Het was geen weemoedige gedachte, gewoon het terugvinden van iets dat je dacht te zijn vergeten. Als een tulp die laaghangend toch nog blijkt te bloeien.

‘k Dacht aan wat ik zojuist aanschouwde. Aan hoe de speler door zijn decor van artistieke dwangbuizen bewoog, witte lappen die ook trapsgewijs een route naar hoger konden zijn, of vooral flarden. Spuugdoekjes misschien, want met consumptie gaf hij alles er geëngageerd van langs. Ik vind het benijdenswaardig je eigen visie aan een hoger doel te kunnen verbinden, ben zelf nooit verder dan thuis gekomen. ‘Misschien is er nog taart’, aldus mijn maag.

Slechts twee folieballonnen herinnerden thuis aan hoe de oudsten deze week verjaarden, een dag na elkaar; het maakt dat ik elk jaar slechts waterig melancholisch kan bewegen in de derde week van maart, omdat de tijd raast en mijn kroost verjaart. De lente kondigde - lang zal ze levend - het festijn van mijn middelste aan. Een dag later doken we dieper het seizoen in met de volgende viering. Zeventien jaar geleden werd ik voor het eerst moeder en verloste dokter van Zon mijn lentekind dat meteen diepgeworteld was; er kwam bijna een spade aan te pas.

Het is niet dat ik elk jaar terugga naar verlossing en verrijking, maar gebaksvorkjes en lievelingseten voeden het bewustzijn van rijkdom zodanig dat ik haast verstijf. Het staat op al die kaartjes geschreven, dat het een wonder is. En wanneer je ze, met ogenschijnlijk overzichtelijke kleerscheuren, ziet groot groeien weet je dat dat ook echt waar is. Dat elke fase meestal op tijd komt, zodat je niet van zelfstandig wegfietsen en liefdes in bed verstomt. Opdat je meebeweegt met wat het leven ze geeft, je meestal het antwoord wel vindt op vragen die je nog niet kende. Achteraf bleek altijd dat het allemaal snel wende. Behalve de liefde, die went nooit.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant