Mok

“Niet openen mam!”, zegt mijn oudste dwingend over een pakketje dat niet aan mij is geadresseerd. Het was niet in me opgekomen, maar nu vind ik het toch jammer dat ik het niet heb geprobeerd. De jongste kwam van de opvang met een glanzend ingepakt cadeau waarop stond: “Voor de mama van Saar” en de middelste weet alles nog goed te verbergen dit jaar. Want het is weer zover; straks hoor ik ongetwijfeld rinkelende pannen, de snerpende piep van de ovendeur en het geritsel van servetten, lig ik boven te wachten terwijl zij alles klaarzetten.

Mama zijn is elke dag al een cadeau. Goed, soms zit er een hele lastige strik omheen en heel veel plakband. Maar als je erdoorheen bent is het altijd prachtig aan de binnenkant. Mijn kinderen geven trouwens elk jaar te veel geld uit aan mij, ze hebben een liefdevol gat in de hand. Maar ik durf ze niet toe te spreken over de bedragen die van hun rekening zijn afgeboekt, dan lijk ik zo’n moeder die naar aanwijzingen zoekt.

Ik wil me nergens mee bemoeien, maar ben tegelijkertijd een moeder die altijd bang is te weinig te hebben gedaan; er niet op tijd te hebben gestaan en met haar aandacht door de mazen van de wet te zijn gegaan. Ik ken geen schoolrooster uit mijn hoofd en weet niet of de leraar wiskunde eigenlijk een lerares is, ik ben niet altijd bij de les. Het is geen desinteresse, maar ik zit er ook niet bovenop. Doe ik eigenlijk wel genoeg? Is het al te laat of nog iets minder dan te vroeg? Heb ik invloed op weerbaarheid en trots? Soms lijkt het allemaal zo plots..

Is er ineens dat verzoek tot oorbellen en de weigering van een kus, lees ik niet meer tussen de regels van berichten door of hoor niet meer in de stilte wat bedoeld wordt. Ben ik radeloos om wat niet meer verteld wordt, gaat het van alert achteroverleunen richting topsport.

Plots word ik uit mijn gedachten gewekt door het opengaan van de slaapkamerdeur. “Mam, het ontbijt is nog niet klaar. Maar ik kom even kijken hoe het met je gaat.” Mijn tong is een schoenzool geworden, want ik lig meestal niet zo lang in stil isolement. Zo’n beetje binnensmonds praat ik met haar over deze dag, ik kan niet wachten op wat mij wacht:

Het beschilderde bloempotje van de jongste, omdat ik de ma-deliefste ben, de twee oudsten die voor advertenties vielen via Instagram, waardoor ik nu in het bezit ben van Deense gezichtscrème. De douchegel die ze kocht toen ik in een ander gangpad van de Hema liep, en oh ja, die mok met wat mijn favoriete foto van hen drieën moet zijn. Ik ga er vanaf nu alles uit drinken, om te beginnen met wijn.