Hoofdpersoon boek Bregman had roots in Keppel

Hoofdpersoon boek Bregman had roots in Keppel

LAAG-KEPPEL - Van Rutger Bregman, de auteur van de bestseller 'De meeste mensen deugen', verschijnt nu het boek 'Wat maakt een verzetsheld?' Want, zo vroeg Bregman zich af, als de meeste mensen inderdaad deugen, waarom doen we dan zo weinig aan de grote problemen van deze tijd. En waarom kwamen zo weinig Nederlanders in verzet toen driekwart van de Nederlandse Joden werd gedeporteerd? Aan de hand van een van de grote verzetsstrijders van ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog, Arnold Douwes, zoekt Bregman naar antwoorden.

Het levensverhaal van Douwes begint in Laag-Keppel. Want daar in de huidige gemeente Bronckhorst ziet deze domineeszoon het levenslicht. In 1906 om precies te zijn. Bregman beschrijft hoe Arnold Douwes opgroeit en een heel moeilijk mens blijkt. Een onmogelijk mens zelfs, volgens de exacte bewoordingen. Hij wordt tot tweemaal toe weggestuurd van de lagere school en zin in een serieuze vervolgopleiding had hij niet. In niks was Douwes wat de maatschappij van hem verwachtte. Geen diploma, geen baan, geen vrouw. Hij vertrok naar Canada en de Verenigde Staten waar hij zo’n tien jaar rondzwierf. Na terugkeer ging hij terug naar Boskoop, waar hij werkte als hovenier.

Verzetsdaad
Na de inval van de Duitsers was zijn eerste verzetsdaad een Duitse soldaat op een motor de verkeerde kant opsturen, toen die hem de weg vroeg. Toen hij in die tijd, bij terugkeer in Laag-Keppel hoorde dat zijn Joodse vriend, de huisarts Bob Belinfante, zelfmoord had gepleegd, kwam dat als een schok. Maar het duurde nog tot 1942 voor hij echt in actie kwam tegen de bezetters. Bregman beschrijft in zijn -zoals hij het zelf noemt- ‘boekje’, hoe Douwes steeds serieuzer in verzet kwam. Onder meer door het rondbrengen van illegale blaadjes en doorknippen van kabels van Duitse zoeklichten.
Hij kwam echter bij de Duitsers op de radar en met zijn fiets als enige bezit zwierf hij door Nederland. Hij belandde in Drenthe en maakte daar kennis met de gereformeerde verzetsstrijder Johannes Post. Arnold Douwes werd zijn rechterhand nadat hij bij verzetsdaden als het jatten van persoonsbewijzen, het in brand steken van een NSB-boerderij of het overvallen van een gemeentekantoor om de bevolkingsadministratie te vernietigen had aangetoond dat hij de ideale compagnon was voor Post. Temeer omdat hij niet getrouwd was, weinig te verliezen had en voor de duvel niet bang bleek.

Yad Vashem
Douwes zou met zijn heldhaftige en doortastende optreden vele onderduikers onderbrengen in het Drentse Nieuwlande en heeft daarmee zo’n 350 Joden het leven gered. Op zijn fiets, haalde hij overal en nergens Joden, ook kinderen, op om ze doortastend onder te brengen in het dorp. Douwes werd na de oorlog onderscheiden met een medaille van Yad Vashem, de officiële instelling in Israël die niet-Joden eert die Joden het leven hebben gered tijdens de oorlog. Maar Douwes stond erop dat alle inwoners van Nieuwlande, die hij hoogstpersoonlijk de Joodse onderduikers in de maag had gesplitst, .

Aan de hand van het verhaal van Arnold Douwes laat Bregman zien dat de daden van de verzetshelden tijdens de oorlog vaak leidden tot veel kritiek van andere Nederlanders: hun gedrag werd als roekeloos en zelfs egoïstisch bestempeld. In werkelijkheid riskeerden zij echter hun leven om dat van anderen te redden.
Bregman maakt de vertaalslag van die domineeszoon uit Laag-Keppel in de oorlog naar wat we vandaag de dag nog kunnen leren van zijn verhaal. Dat overigens kon worden opgetekend vanuit de dagboeken die Douwes bijhield, tegen de strenge regels in die hieromtrent in verzetskringen golden. Hij begroef ze en haalde ze na de oorlog weer tevoorschijn. Bregman putte ook uit een zeldzaam interview dat Douwes ooit gaf. Hij had het zelden over zijn persoonlijke gevoelens of het moet zijn ergernis over al die laffe landgenoten zijn, die niets deden en zijn verscholen achter allerlei smoesjes en excuses.

Bregmans boek Wat maakt een verzetsheld? is uitgegeven door De Correspondent en is verkrijgbaar voor 10 euro.