Boswachter Richard Pijl voert beheerswerk uit. Foto: Martijn de Jonge

Boswachter Richard Pijl voert beheerswerk uit. Foto: Martijn de Jonge

Martijn de Jonge

Bewust beheren: bladblaasbeleid

Bladblazen, waar wel of juist niet?

VORDEN - 'Zijn jullie helemaal gek geworden? Bladblazen in het bos?! Hebben jullie niks beters te doen?' Dat zijn zo wat reacties die boswachters en vrijwilligers krijgen van bezoekers zodra men bosbeheerders ziet bladblazen in het bos. Die reacties kunnen de boswachters zich best voorstellen. De bladeren zorgen immers voor belangrijke voeding. En als die irritante herrie nou érgens niet gepast en nodig is, dan zou dat toch in het bos moeten zijn. Waarom dan toch op enkele plekken de bladeren weg blazen?

Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk blad blijft liggen in de natuur. Bladblazen doen de boswachters zo min mogelijk en wordt beperkt tot de hoofdpaden en bewegwijzerde routes, voornamelijk op de landgoederen. Hiervoor zijn dan ook goede redenen.

Historisch plaatje
Met het weg blazen van de bladeren van de paden en wegen, blijven deze goed begaanbaar. Als het blad blijft liggen, hoopt het zich op. Na een tijdje wordt het nat en krijg je zwarte prut, humus; vooral op veel belopen plekken en laagtes waar het blad zich ophoopt. Na een tijdje drogen deze plekken niet meer op en gaan bezoekers eromheen lopen. Hierdoor ontstaan extra paden naast het eigenlijke pad. Dat is onwenselijk en brengt extra kosten met zich mee. Daarnaast maken de wegen en paden deel uit van een historische aanleg, die we graag behouden.

Blazen goedkoper
Op de natte plekken moet op een gegeven moment met de schop of zelfs met een kraantje de humus worden verwijderd om het pad weer begaanbaar te maken. De kosten en tijd die daarmee gemoeid zijn, vallen een stuk hoger uit dan het jaarlijkse rondje blazen. Alles met de hark weghalen, is ondoenlijk: de routes en hoofdwegen van de landgoederen beslaan eenvoudigweg teveel kilometers.

Van ‘t padje af?
Het bladblazen helpt bovendien vele wandelaars om het pad beter te volgen. Om door één grote bladerenzee te wandelen is misschien voor sommigen spannend, maar zeker niet voor iedereen een pretje. De landgoederen blijven zo bovendien beter toegankelijk voor mensen die wat slechter ter been zijn. De bosbeheerders beperken het bladblazen wel tot bepaalde paden op de meest bezochte landgoederen.

Meer voorjaarsbloeiers
De bladeren worden een stuk het bos ingeblazen, zodat het daar kan verteren. Voor het bos goed. Andere soorten die meer aan de rand van de paden groeien, zoals bepaalde paddenstoelensoorten en voorjaarsbloeiers, waar bijvoorbeeld Hackfort om bekend staat, zijn juist bij een niet al te dik bladerdek gebaat. Deze groeiplekken nemen de beheerders ook mee met het blazen.
Maar ook voor tuinen geldt: waar het even kan: laat het blad liggen! Bladeren zijn van groot nut. Ze beschermen planten en de wortels tegen kou en droogte, zorgen voor voeding en leven, waaronder insecten en insectenetende zoogdieren. Zelfs op het gazon zorgt het met de grasmaaier klein gemaakte blad voor voeding en op langere termijn (de volgende, vaak droge) zomer dat vocht beter wordt vastgehouden.