Tine Boonstra (links) en Clementine Wolters kijken uit naar donderdag 10 september. Foto: Luuk Stam
Tine Boonstra (links) en Clementine Wolters kijken uit naar donderdag 10 september. Foto: Luuk Stam

De ClédingkanTine bestaat tien jaar

Wild idee groeide uit tot jaarlijks terugkerende kledingbeurs voor dames

Door Luuk Stam

HENGELO - Vrouwen en jonge meiden die met stapels kleding voor een prikkie de deur uit gaan, het is een vertrouwd beeld voor de Hengelose vriendinnen Clementine Wolters (55) en Tine Boonstra (56). Al tien jaar lang organiseren zij samen twee keer per jaar de ClédingkanTine. Normaalgesproken dan, want vanwege corona moesten ze de eerste editie van hun kledingbeurs voor 2020 al twee keer verplaatsen.

Alles wijst erop dat op donderdag 10 september van 11.00 uur tot 19.00 uur eindelijk de deuren kunnen openen. De beurs vindt dan traditioneel plaats in het pand van de voormalige speelgoedwinkel Drievetol aan de Spalstraat, voor de laatste keer want dit pand is verkocht. Wolters en Boonstra moeten op zoek naar een nieuwe locatie. Niet voor het eerst, want de beurs was eerder al te vinden in Partycentrum Langeler en in modezaak Langeler.

Waar de beurs ook plaatsvond, altijd speelden broeken, jurkjes, shirts, truien en schoenen de hoofdrol. De oorsprong van dit alles ligt bij de twee Hengelose vriendinnen zelf. “Zoals alle vrouwen hebben wij heel veel kleding”, vertelt Wolters. “En allemaal hebben we wel een kledingstuk in de kast hangen waar je niks mee doet. Dat wissel je dan uit met vriendinnen. Ik zei destijds tegen Tine: waarom gaan we dit niet in het groot doen?”

Zo geschiedde. Aan de opzet is in al die jaren weinig veranderd. De kleding wordt door meiden en dames vanuit Hengelo en omgeving ingebracht. Voor 1,50 euro kunnen mensen 24 prijsstickers kopen. De nummerverkoop voor de komende editie is inmiddels afgesloten. De verkopers prijzen hun kledingstukken zelf – in hele euro’s – en leveren deze in een bijgeleverde vuilniszak af bij de ClédingkanTine.

Tweedehands

is een mooie

manier om

voor een

prikkie

leuke kleding

te scoren

Aan elke sticker hangt een nummer. “Ben jij nummer 1, dan staat op al jouw stickers nummer 1”, legt Boonstra uit. Zo verkopen de dames voor elke editie zo’n tachtig nummers. Dat gaat keer 24 kledingstukken. Een team van vrijwillige meiden – sommigen zijn er al vanaf het begin bij – zoekt alles uit, vouwt veel kleding op en hangt en legt alles op maat.

De voorpret speelt hier een belangrijk rol. “Het leeghalen van die vuilniszakken, dat is lachen, gieren, brullen”, zegt Wolters. “Dan wordt er iets uit gehaald en gilt één van die meiden direct: ‘Oh, dat is iets voor jou!’”, voegt Boonstra toe. “Want de vrijwilligers krijgen een heel hoop gezelligheid én ze hebben de eerste keus.”

De donderdag is de verkoopdag. Dan opent de beurs en vliegen de tweedehands kledingstukken de deur uit. Zeventig procent van de opbrengst is voor de verkopende partij. De rest van het geld gebruiken de organisatoren voor onder meer de huur van het pand en de hapjes en drankjes voor de vrijwilligers. “We komen elk jaar precies quitte uit”, klinkt het.

Stichting

Litania is

dit jaar het

goede doel

Voor de dames is dat prima. Het is zeker niet hun doel om er zelf beter van te worden. Toch vinden ze het ergens jammer dat er in die tien jaar geen stijgende lijn te zien is. Er zijn vaste klanten, maar het aantal bezoekers is elke editie ongeveer hetzelfde: 120 tot 150 mensen, verspreid over de dag. Wat Wolters en Boonstra opvalt, is dat daarvan maar een heel klein deel uit Hengelo zelf komt.

Hoe dat kan? “Wij hebben een beetje het idee dat mensen in hun eigen dorp niet gezien willen worden op een beurs met tweedehands kleding”, zegt Wolters. “En dat is heel jammer. Het imago van tweedehands is vies en is eng, daar moeten we vanaf. Het zit nog een beetje in de taboesfeer, wat nergens op slaat. Het heeft niks met armoede te maken. Het is een mooie manier om voor een prikkie leuke kleding te scoren.”
Veel jonge meiden grijpen die kans. “Meiden van 14 en 15 jaar zijn helemaal happy als ze bij ons vertrekken”, zegt Wolters. “Zij kunnen merkkleding scoren voor heel weinig geld.”
Ook zelf gaan de organisatoren steevast met heel wat nieuwe aanwinsten naar huis. “Ik verkocht eens voor 100 euro en kocht ook voor 100 euro”, zegt Boonstra. “Had ik met gesloten beurs een heleboel nieuwe kleding, dat is toch leuk!?”

Op de vrijdag na de beurs kunnen de verkopers hun enveloppen met de opbrengst ophalen. “Dat is net een loterij”, vertelt Wolters. “Er zijn mensen bij die voor 100 of 120 euro verkopen, maar ook mensen die voor 6 euro verkopen.” De overgebleven kleding kunnen mensen terugkrijgen, maar ze kunnen er ook voor kiezen om deze kledingstukken te doneren aan het goede doel. Dit jaar is dat Stichting Litania.

De beurs op donderdag 10 september zal iets anders dan anders zijn. Vanwege de coronamaatregelen maar ook omdat het de laatste keer in de Drievetol is. “We zijn hier bij Gerda en Reint Buunk altijd zeer, zeer welkom geweest”, zegt Wolters. “Ze hebben bij de verkoop van het pand zelfs rekening met ons gehouden en ervoor gezorgd dat wij hier nog één keer ons ding kunnen doen. Super lief!”