Hand

Het is gebeurd. Het was heel respectvol hoor en niet eens gemeen, maar ik wist het meteen. Het was de dag nadat ze met haar grote lijf bij mij op de grond op schoot belandde, onhandig en vertrouwd. Ik boog het mijne in een onmogelijke houding voor haar comfort, zoals het hoort. Zoals ik het altijd al deed, iets dat mijn bovenrug als geen ander weet. Waar ik mee begon toen ze nog moeiteloos in mijn armen paste en ik al maandenlang gevoeld had hoe ondergeschikt mijn eigen lichaam raakte aan dat van haar. Dus was het niet onlogisch dat ik scheef op de bank zat als dat betekende dat zij lekkerder lag, of als mijn arm sliep omdat zij dat deed.

Ik weet het nog precies; al het kromme buigen, al het knuffelen, al die kussen met snot, al haar geuren in mijn neus, al dat intuïtief en zeker weten dat ze mijn uitgestoken hand vullen zou. Ik hoefde ‘m enkel naar achteren te steken en zij stak de hare naar voren, omdat dat het enige gebaar was dat daarbij kon horen.

En dat van gisteren had ik overigens ook best kunnen weten, als ik gewoon had gekeken. Naar hoe ze reageerde in de afgelopen weken. Of naar hoe ze laatst zei dat ik altijd zo grappig wil lijken, of in gesprekken met anderen zo hard praat en trouwens ook niet meer per se hoef te dansen op de deurmat als ze fietst door de straat, of om hoe ze steeds nonchalanter zwaait wanneer ze gaat..

En toch, toch is zij altijd degene die heel vaak een beetje plompverloren voor me staat. Vaak op een moment dat er nergens ruimte voor is, niet in het schema of tussen mijn armen. Als de macaroni overkookt en er stoom uit mijn oren komt. Wanneer haar zusje huilt van luieruitslag, er stapels groeien op elk bureau, de inhoud van de wasmand stijgt tot ongekend niveau. Als ik bries en blaas en doorbuffel.. “Mam, mag ik een knuffel?”

Dus had ik het niet verwacht. Maar het is gebeurd, en het is oké. Ik snap het ook. Ze ontgroeit niet alleen haar broeken. En het hoort ook zo te gaan, wie loopt er nou zijn leven lang achter zijn moeder aan?

Het was ook echt niet onaardig, maar ik weet niet of het ooit went. Dit beslissend en volwassenen moment. Onze gang van drogisterij naar supermarkt op het winkelplein, mijn hand die in dat perfecte gaatje tussen haar flank en elleboog wilde zijn, haar blik naar dat gebaar en toen het vermanende: “Mam..”, alsof ze hier en daar de beslissing nam. Ik legde mijn lege hand zwaar naast me neer: “Ja, mag het niet meer?” Ze haalde vriendelijk haar schouders op en antwoordde snel: “Maar thuis mag het nog wel.”