Geen wegrace

Er reed een motor door het dorp. Heel langzaam. Bijna stapvoets. Ik vond het een geschenk. Het ronkende geluid van de draaiende machine op twee wielen klonk me als muziek in de oren. De man in het zwartleren pak gaf zachtjes gas. Ik rook de dampen uit de uitlaat komen. Het rook naar de wegrace. Naar dat ene weekend in mei. Naar het rennerskwartier rondom de Varsselse molen.

Van alles dat we in deze periode moeten missen, doet de lege agenda van komend weekend misschien nog wel het meest pijn. Het is al heel mijn leven vaste prik. Een zaterdag vol trainingen. Een zondag vol races. Van heinde en verre komen coureurs, hun aanhang en supporters hiernaartoe. Er is door het jaar heen geen weekend waarin ik meer trots voel om Hengeloër te zijn. Nu gaat het feest niet door.

Ja, er zijn veel ergere dingen. Ja, de volksgezondheid staat op dit moment op één. En ja, het is volkomen logisch dat het niet doorgaat. Het zou zelfs ridicuul zijn als het in deze situatie wél door zou gaan. Maar man o man, wat is het jammer. Vooral omdat er elk jaar ergens in je achterhoofd een stemmetje roept dat het wel eens de laatste keer zou kunnen zijn. Dat deze prachtige traditie op den duur zal worden ingehaald door wetgeving en milieuregels.

De helden – want dat zijn het – van de Hamove doen er alles aan om dat te voorkomen. Ze slagen er ieder jaar weer in om aan al die wetten en regels te voldoen en – als enige in Nederland – een wegrace op een stratencircuit te organiseren. Dat vraagt om steeds meer toewijding en een steeds meer professionele aanpak. Ieder jaar lukt het ze, maar dit jaar is de tegenstand te groot. Dit jaar is alles anders.

Wat zal ik het missen. De aankomst van de eerste grote trailers op donderdag- en vrijdagmiddag. De rijdersparade. De lijst met namen van deelnemers uit heel Europa. De groene hokjes van de kaartverkoop, die al honderd jaar meegaan. De Tsjechische monteur, die gehuld in teamkleding voor boodschappen naar het dorp komt. De sporen van rubber op het asfalt. De Veldermansbocht en de Boschbocht.

Dit weekend krijgt geen winnaars. Geen strobalen tegen de bomen. Geen vlaggen. Geen kinderen op minimotors. Geen torens van plastic bierglazen. Geen mooie vrouwen met paraplu’s. Geen bandenwissel in de pitstraat. Geen Hamove-soep. Geen spuitende champagneflessen. Geen Wilhelmus of God Save The Queen. Geen Didier Grams.

Zaterdagochtend, het moment dat ik jaarlijks via Facebook het bericht ‘Goedemorgen Hengelo! Dat geluid!’ de wereld in slinger, zal het stil zijn in het dorp. En op zondag staan er precies nul races gepland. Eén troost: bij de Hamove kennen ze het woord ‘opgeven’ niet. Ik ben ervan overtuigd dat er hier zodra het kan weer motorgeluid zal klinken.