Hamsters

Ineens is het daar, onverwacht; ik kan niet slapen. Denk aan kinderen met koorts, of dat ze in koud water niet meer weten hoe te bewegen, wandelwagens die in een onhandig moment een heuvel afrollen, een wild zwijn dat zijn jongen beschermt, kinderen met koorts én hoestbuien, dat je ze niet meer voeden kunt omdat iemand anders alles gekocht heeft, achteruitrijden en iets over het hoofd zien, trampolinespringen en verkeerd landen, kinderen met koorts, hoestbuien én een loopneus en dat de zon nooit meer schijnen zal.

Natuurlijk is het omdat het donker is buiten en ik daarom nergens nog een lichtje vinden kan, natuurlijk is het omdat er vandaag een wild zwijn op het pad stond en we de verjaardagen aankomend weekend niet vieren zullen. Natuurlijk is het omdat ik vandaag verbijsterd naar een leeg schap stond te staren. Natuurlijk is het omdat ze vanmiddag een bal redde voor een ander en daarbij veel dieper in het water kwam dan vooraf bedacht. Natuurlijk is het omdat ze verkouden zijn, want het zijn kinderen. Natuurlijk is het omdat het nu heel natuurlijk is niet te kunnen slapen. En natuurlijk is het omdat ik ze morgen vertellen zal dat er geen feest is deze week.

Ze worden elf en dertien jaar. Gisteren nog lag ik als overreden naast ze, te staren naar wie ik nog niet kende maar wel wist. Gisteren nog was het dat ik onwennig maar routineus die koppies ondersteunde en op plotselinge intuïtie leunde. Gisteren nog was het dat het me aanvloog, dat alles kwetsbaar werd en wonderschoon. Gisteren nog was het, en vandaag, en altijd.

We gaan niet uit eten om te vieren dat ze bestaan, we zullen niet vrolijk op de uitkijk staan, maar reken maar dat er slingers hangen gaan. Ook als er geen knakworst meer in de winkel ligt, omdat een of ander leeghoofd talloze blikken nodig had om invulling te geven aan iets dat voor hem of haar nooit te behappen zijn zal. We gaan het vieren, hoe dan ook; zonder talloze handen in hetzelfde bakje met pinda's, zonder knuffels en weerzien, zonder risico's, maar met cadeaus. En waarschijnlijk ook met droge crackers, water en oh ja, zonder servet. Want die liggen ongetwijfeld ergens deze week op een vrolijk stapeltje in ons toilet.

"Het heet toch 'hamsteren' omdat er hamsters in die reclame spelen?", zegt mijn middelste meisje aan tafel. We leggen uit hoe bange mensen bang worden hun billen niet meer af te kunnen vegen en daarom al het papier kopen dat ze dragen kunnen. "Weet je nog hoe Tommie zijn wangen altijd volstopte en dat eten dan voor later bewaarde?", zegt mijn oudste meisje over wijlen haar hamster. "En weet je wat wij doen als wij geen papier meer hebben?", vraag ik. Ze kijken me verwachtingsvol aan. "Dan gaan we gewoon met onze vieze konten onder de douche staan."