Mathieu van der Poel

Onze buren zeggen weleens gekscherend dat ze nooit naar een sportwedstrijd hoeven te kijken. Ze horen namelijk toch wel wanneer er gescoord wordt of wanneer iemand met een Nederlandse driekleur achter zijn of haar naam een prestatie van formaat levert. Dat is mijn schuld. Mijn enthousiasme voor sport in combinatie met mijn luide stem maakt dat er hier met name op zondagmiddagen nogal eens wat decibellen door de lucht vliegen.

Daar kan ik niks aan doen. Het is ook al jaren zo. De buren hiervoor zeiden hetzelfde. Ze gaven helemaal niets om voetbal en zo mogelijk nog minder om wielrennen en motorsport, maar ze kregen wel geregeld mee wanneer er op een voetbalveld, een wielerparcours of een racebaan wat te gebeuren stond. De buurman daarvoor keek wel voetbal. Soms kon hij al horen dat er gescoord was voordat de bal op zijn televisie in het netje lag.

Onlangs schreeuwde ik nog net iets te hard toen ik met vrienden in een Doetinchemse woonwijk zag hoe Nederland van Duitsland won. Het bracht bij een enkeling wat jeugdsentiment boven. Een herinnering aan vroeger, toen we ook samen voetbal keken. Eén van mijn kameraden wist te vertellen dat ik destijds na een Nederlandse overwinning wel eens een rondje door de tuin had gerend. Dat kan ik mezelf niet meer herinneren, maar ik durf het ook niet te ontkennen.

Het tegenovergestelde bestaat ook. Zo wist ik na de uitschakeling van Ajax in de Champions League dit jaar minutenlang geen woord uit te brengen. Hetzelfde gebeurde in 2000, toen Nederland op het EK de penaltyserie verloor van Italië. We waren op schoolkamp. Terwijl iedereen alweer buiten aan het spelen was, zat ik nog binnen. Alleen. Doodstil. De meester vertelde later dat hij ervan onder de indruk was geweest.

De buren moeten hier pas echt rechtop in de stoel hebben gezeten in april van dit jaar. De overwinning van Mathieu van der Poel in de Amstel Gold Race was misschien wel de meest bizarre ontknoping van een wielerwedstrijd die ik ooit zag. Vanuit geslagen positie wist hij terug te komen om de koplopers in de laatste honderden meters met een majestueuze sprint te verschalken.

Komende zondag staat het wereldkampioenschap wielrennen op het programma. Het is een jaarlijks hoogtepunt dat steevast eindigt met een volkslied en een regenboogtrui. Bij de WK's die ik bewust heb meegemaakt stonden er vooral veel Spanjaarden en Italianen op het hoogste podium. Verder waren het een paar Belgen, een Fransman, een Zwitser, een Let, een Australiër, een Noor, een Brit, een Portugees, een Pool en drie keer dezelfde Slowaak.

Een landgenoot won er in mijn leven nog nooit. De laatste Nederlander die de regenboogtrui aan mocht trekken, was Joop Zoetemelk in 1985. Toen was ik nog niet geboren. Toen was ook Mathieu van der Poel nog niet geboren. Nu is hij 24 jaar oud en hij start zondag met maar één doel: wereldkampioen worden. Als dat gebeurt, dan word ik gek. Aan de buren bij voorbaat excuses.