Koers

Onze straat heilige wielergrond noemen, dat gaat wat ver. Dat gaat zelfs veel te ver. Toch kwam er bij ons in Hengelo in een ver verleden wel degelijk een wielerkoers voor de deur langs. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ze reden De Heurne uit, linksaf de Vordenseweg op, daarna met een scherpe knik naar rechts de Wichmondseweg in om vervolgens na een even zo scherpe knik de Westerstraat binnen te rijden.

Machtig vond ik het. Dat gezoef over de klinkers. De geur van de olie op de benen van de renners. De kleurrijke bidons die regelmatig de kant in vlogen. De rugnummers. Een echte wedstrijd, in onze straat! Lang heeft het hier niet geduurd. Wel kende de wielerronde van Hengelo meer dan twintig edities. Begin deze eeuw was de laatste. Vaak liep het parcours aan de andere kant van het dorp, met start en finish in de Spalstraat.

Dat is allemaal verleden tijd. Af en toe komt er nog wel eens een nationale wedstrijd over de rondweg. En sinds enkele jaren bestaat de Ronde van de Achterhoek, die ook door de gemeente Bronckhorst komt. Een prachtig initiatief. Toch komt het met veel moeite van de grond. Het vinden van sponsoren valt niet mee. De publieke belangstelling is dan ook bepaald niet enorm.

Afgelopen weekend stond de eerste echt grote internationale wielerwedstrijd van het seizoen op het programma: Milaan-San Remo. In een voorbeschouwing in de krant las ik dat de Italianen heel erg uitkijken naar deze dag. Het wielrennen, dat zien ze als iets goddelijks. Op die eerste dag van het nieuwe seizoen gaan ze allemaal de deur uit om te kijken. Het is pure liefde voor de koers.

De gemiddelde Nederlander is daar te nuchter voor. Als er écht wat te beleven valt, dan zijn we er echter allemaal bij. Zie de start van de Tour de France in Utrecht in 2015. Ik stond er zelf tussen een haag van mensen. Hoewel het snikheet was, waren er op de zaterdag van de tijdrit een half miljoen bezoekers. De sfeer was fantastisch. Iedereen wilde dit volksfeest meevieren.

Wie oprecht gek is van deze sport, is Doetinchemmer Gerrit Geuvers. Hij is eigenaar van het Doetinchemse wielercafé 'Parijs is nog ver'. Het hangt er vol met truitjes van vooral regionale helden. En er zijn echte wielerbiertjes verkrijgbaar. Kwaremont bijvoorbeeld, vernoemd naar één van Belgisch mooiste kasseienklimmen.

Met de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix staan komende weken de mooiste eendagskoersen van het jaar op het programma. Dan volgen ook nog de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. Tegen het einde van dat vierluik – op donderdag 25 april – komt in het Doetinchemse wielercafé José de Cauwer op bezoek.

José de Cauwer is oud-wielrenner, oud-ploegleider en tegenwoordig wielercommentator bij de Belgische televisie. Er zijn weinig mensen op de wereld die meer koers ademen dan hij, maar al zou Nederland tien José de Cauwers rijk zijn, dan nog missen we een Oude Kwaremont, een Paterberg en een Muur van Geraardsbergen. Dát is heilige wielergrond.