De zes Hengeloërs in Falun: (v.l.n.r.) Remco Wisselink, Jan Plekkenpol, Wynand Blom, Jan Rhebergen, Henk Wissink en Elbert Kornegoor. Eigen foto
De zes Hengeloërs in Falun: (v.l.n.r.) Remco Wisselink, Jan Plekkenpol, Wynand Blom, Jan Rhebergen, Henk Wissink en Elbert Kornegoor. Eigen foto

Hengelose schaatsers stranden in de hel van het noorden

HENGELO/FALUN - Vrijdagnacht 15 februari vertrokken zes schaatsers: Remco Wisselink, Jan Plekkenpol, Wynand Blom, Jan Rhebergen, Henk Wissink en Elbert Kornegoor uit Hengelo naar Zweden om de alternatieve Elfstedentocht te schaatsen in Falun op het Runmeer, ongeveer 220 kilometer boven Stockholm.

Meerdere jaren hadden de schaatsers op de Weissensee in Oostenrijk deelgenomen aan de alternatieve Elfstedentocht, maar de laatste jaren waren daar de omstandigheden niet altijd geweldig. Daarom werd besloten om het nu eens hogerop te zoeken en in Zweden te gaan schaatsen. "We kregen te horen dat het daar bijna altijd prima ijs was met een baan van wel 25 kilometer," aldus de Hengeloërs.

In Hengelo zagen ze al wel dat het ook in Zweden warmer was dan normaal, maar toch stapten ze op het vliegtuig in Dusseldorp, vlogen naar Stockholm en huurden een busje om de 220 kilometer richting het noorden te rijden. Onderweg waren op afstand enkele dorpjes te zien, maar voor de rest bos en bos.

Zaterdagmiddag werd snel het ijs verkend; toen stond er al iets water op het ijs. Ook zondag gingen de schaatsers naar het ijs. Wonder boven wonder was het ijs goed en er werd die dag lekker 100 kilometer gereden. "Maar niet forceren om dinsdag de 200 kilometer te kunnen schaatsen," was het idee. Helaas was maandag weer een dag van dooi.

Dinsdagmorgen stonden ze vroeg op. "We stonden om 7.00 uur aan de start, al hadden we geen erg goed gevoel. De tocht ging toch door en de eerste kilometers gingen redelijk, maar toen we de afslag namen naar de grote ronde moesten we al door tien centimeter water wat op de baan stond."

Er werd getwijfeld over wat te doen. "Elbert zat in de eerste groep en was doorgereden en wij gingen er ook achteraan met natte schoenen. Toen we aan het eind van de grote ronde van 12,5 kilometer waren, kwamen we op een plek waar door de wind al het water was opgestuwd. We moesten door wel vijftien centimeter water schaatsen. De eerste rijder was hier plat op zijn buik gevallen, alleen de helm kwam nog boven het water uit."

Bij start en finish werd er besloten wat te doen. Inmiddels had de organisatie ook besloten dat de grote ronde eruit zou worden gehaald. "Met kletsnatte schoenen zijn we toch doorgegaan over de kleine ronde van bijna vijf kilometer. Door de opkomende zon werd ook dit ijs al snel zacht en bijna niet te schaatsen. Na 40 en 65 kilometer besloten enkele van ons en heel veel anderen om er mee te stoppen. Met een kleine groep hebben Jan en Remco nog de 100 kilometer gehaald, maar toen was het bijna onmogelijk en gevaarlijk om nog verder te gaan. Na sluitingstijd om 18.00 uur was er niemand in geslaagd de tocht te volbrengen, ook enkele marathonrijders niet. Deze toertocht bleek."

De zes schaatsers balen natuurlijk van deze dag. Het doel werd niet gehaald, maar zoals altijd blijven zulke wedstrijden, de hel van het noorden dit keer, het langst bij en wordt er nog lang over nagepraat.

"Nadat we de schoenen in het hotel een beetje hadden gedroogd, zijn we woensdag toch weer naar het ijs gegaan. Het had die nacht gevroren en het ijs was weer redelijk. We hebben toch nog heerlijk ongeveer 70 kilometer geschaatst en genoten van de wel hele prachtige omgeving en heerlijke zon. Al met al een prachtige ervaring. Nu maar weer trainen in Deventer voor de volgende uitdaging."