De Gambia-groep van het Almende College Isala. Foto: Miriam Szalata
De Gambia-groep van het Almende College Isala. Foto: Miriam Szalata Foto:

Scholieren Isala: 'Het is gaaf en
spannend om naar Gambia te gaan'

SILVOLDE - Tien scholieren van het Almende College Isala maken in maart de reis van hun leven. Ze gaan negen dagen naar het Afrikaanse land Gambia, waar ze onderzoek doen voor hun profielwerkstuk, een verplicht onderdeel van het eindexamen. Bovenal verwachten ze veel indrukken op te doen in een totaal andere cultuur.

Door Miriam Szalata

Britt, Lika, Anna, Floris, Ravi, Rowan, Brenda, Vera, Mylène, en Emma vormen sinds een paar maanden de Gambia-groep. De scholieren, die in verschillende havo- en vwo-klassen van de bovenbouw zitten, hebben in het voorjaar 'gesolliciteerd' om met deze reis van school mee te mogen. Het is het tweede jaar dat een groep van het Isala naar Afrika afreist. De docenten Marijn Dijkman en Pascalle van Reenen zijn de begeleiders.

Britt en Rowan hadden vorig jaar al willen meegaan, maar kwamen toen niet door de selectie. "Dit jaar kregen we de kans om ons opnieuw aan te melden'', zegt Britt. Je moet wel heel erg gemotiveerd zijn als je het de tweede keer het weer probeert. Britt knikt. "Ik hou van reizen en wil zo veel mogelijk van de wereld zien. Ik ben nog nooit buiten Europa geweest. En ik zou zo graag zien hoe het in Gambia is. Ik denk dat het ook goed is voor de persoonlijke ontwikkeling om te zien hoe goed we het hebben in Nederland.''
"Het is interessant om iets van een andere cultuur mee te maken'', vult Rowan aan. "Ik hou ook van reizen. En natuurlijk is het ook gewoon vet om naar Gambia te gaan.'' Britt: "Voor ons allen is het een droom die uitkomt. Het is ook weer eens iets anders dan met de familie op vakantie gaan.''

Vlak voor de zomervakantie kwam de groep voor het eerst bij elkaar. Sindsdien ontmoeten ze elkaar elke maand. Helemaal tof vonden ze de onlangs gehouden voorbereidingsweek met allerlei activiteiten om elkaar goed te leren kennen en een band te krijgen. Dat is belangrijk zegt Emma, want in Gambia, dat een arm land is, kunnen ze heftige indrukken te verwerken krijgen. "Je moet op dan op elkaar kunnen terugvallen. De groep moet sterk zijn.''

Het idee voor een Gambia-project ontstond enige tijd geleden. De vader van een mentorleerlinge van Pascalle Reenen was voorzitter van de stichting Buganala, een stichting waarvoor de Pro8-basisscholen geld inzamelen. Dat geld gaat naar schoolprojecten in Gambia. De leerlinge was er met vriendinnen naar toe geweest. Het Isala zag er de meerwaarde van in en besloot een Gambiaproject op te zetten. De scholieren houden zich voor hun profielwerkstuk in Gambia ieder op een verschillende manier bezig met een onderwerp. De een onderzoekt bijvoorbeeld hoe de zorg is geregeld. Anderen verdiepen zich in onderwijs, criminaliteit of economie. Ze gaan daarvoor de hele dag op pad langs diverse instellingen en organisaties. Dat doen ze als totale groep: terwijl de ene scholier informatie verzamelt voor zijn onderwerp, kunnen de anderen meeluisteren.
Hoewel er gewerkt wordt voor school, ziet Britt vooral de ervaring als het belangrijkste. Ze verwacht ook te leren met een andere visie te kijken. "Nu kijken wij naar wat wij het goed hebben, we hebben een goed huis en goed te eten. Misschien hechten ze daar waarde aan heel andere dingen.''

Slapen doen ze in een hotel met zwembad. Dat lijkt heel luxe, maar geeft Britt aan, het is ook wel nodig. "We gaan een lange week tegemoet waarin we vast heftige dingen zien.'' Dan is het wel zo prettig als je aan het eind van de dag je kunt terugtrekken op een plek die een beetje als thuis voelt.

De scholieren hebben zelf het geld voor hun reis bijeengespaard. Daarnaast hebben ze acties gehouden op de Ulftse en Varsseveldse kerstmarkt, met dat geld willen ze iets voor de Gambiaanse bevolking doen. Britt: "We hebben een mooi bedrag opgehaald, zo'n 650 euro. We willen dat het goed terecht komt bij de Gambianen.''
Dijkman legt uit: "We zijn negen dagen te gast in Gambia. We gaan rond langs instellingen en mogen overal naar binnenlopen. Dan voelt het goed om iets achter te laten. Maar we gaan niet het geld rechtstreeks geven. We gaan ter plekke bepalen wat we ermee doen. We vragen waar behoefte aan is, en dan kopen we het daar. Dan profiteert de lokale economie er meteen ook van.''