Route

"Mama is melancholisch lieverd", zeg ik terwijl mijn bijna middelbare scholier me nietsvermoedend aankijkt. "Dat je zo'n beetje met heimwee denkt aan alles wat geweest is, maar in dit geval niet zonder trots op wat het is geworden." Schouderophalend fietst ze voor me uit, al geeft ze me eerst een slingerende glimlach.

We rijden zonnig de route naar haar nieuwe school. Ik heb uitzicht op haar lege bagagedrager, terwijl mijn hart zich vult. Een hart dat nog in elke vezel de tegennatuurlijkheid voelt van haar loslaten op het trapje naar de glijbaan en haar huilend achterlaten bij de kleuters. Verdriet dat ze zelf dapper trotseerde door van huis een doorzichtige steen mee te nemen die ze vasthield bij gemis; om zo haar heimwee sturing te geven, de regie te nemen over haar verlangen naar huis.

Waar zijn de dagen - denk ik bult op - dat ze bekaf geen pap meer zeggen kon na uren poppenhoek en blokkentoren. "Als ik aan vroeger denk, dan zie ik mezelf staan. Alsof ik erbij was, bij mezelf", zei ze me laatst beschouwend voor het slapengaan. "Ik mistte jou zo toen ik in groep 1 zelf mijn vingerverfhanden moest wassen, thuis hielp jij altijd met de kraan."

Terwijl haar telefoon onderweg huist in mijn tasje denk ik aan hoe ze tijdens het repeteren van de schoolmusical stiekem een foto op Instagram plaatse. Ik zag het plaatje thuis voorbijkomen en werd kinderlijk blij van haar signaal. Op vreugde na lukte het me die dag niet meer te functioneren, omdat ik steeds denken moest aan hoe ze vanaf het podium de toekomst in lopen zou.

Toen we bij de uitvoering in de tot theaterzaal omgetoverde boerenschuur plaatsnamen bleek ze vanaf haar nek verkleed als opa en daaronder zichzelf te zijn gebleven. Haar personage vermengde zich in één vloeiende beweging met haar persoonlijkheid. Mijn eigen bovenste beste kind speelde een grootvader in een Harry Potter-shirt met een spijkerbroek, om haar pols droeg ze een bandje waar ze doorlopend aan pulkte en aan haar voeten sloften versleten teenslippers.

Mijn opperst lief authentiek kind dat zichzelf leerde lezen met de iPad en daardoor versneld naar groep 3 ging, waardoor haar jongere zusje eerder haar veters strikken kon dan zij want die masterclass had ze onbedoeld overgeslagen. Mijn uniek kind dat groter is dan het klimrek, maar nog altijd graag verstoppertje speelt. Mijn bijna grote scholier die deodorant heeft op het plankje in de badkamer, maar het gebruik ervan nog in haar dagelijkse routine opnemen moet.

Mijn onbezonnen knuffelkind dat in scène één al onbedaarlijk de slappe lach kreeg en mij van trots langzaam uit de houten stoel onder mijn billen deed opstijgen. Mijn wentelteefjes-bakkend smulpaapkind dat dialogen van anderen mee playbackte en in haar eigen tekstpauzes regieaanwijzingen over te plaatsen rekwisieten gaf.

'Wat is ze nog zichzelf, mijn kind', denk ik onherroepelijk trots terug- en vooruit, terwijl we de route fietsen naar haar volgende leven. Zo'n beetje met een hoofd in de wolken en een hart op hol. Zo'n beetje lamgeslagen van melancholie, maar met mondhoeken zo hoog als zevende hemels. Zo'n beetje bult af.