Voetbalvreugde

Hij bestelt een halve liter bier, draait een stoel richting de televisie en gaat zitten. Deze man is maar voor één ding naar dit restaurant gekomen. Hij wil voetbal zien. Hij wil zijn Duitsland zien winnen van Zweden. De Duitse televisie wisselt beelden van de warming up af met gesprekken in de studio. Een klok telt af tot het moment waarop de wedstrijd in het Russische Sochi begint. Nog twintig minuten. Nog negentien. Nog achttien.

We zijn in het Duitse plaatsje Einruhr in de Eifel, waar ik samen met een kameraad een weekend doorbreng. Hij doet hier zondag mee aan een mountainbikewedstrijd. Ik ben mee als support en ik had de hoop deze zaterdag een stukje WK-gevoel mee te pakken. Dat valt tegen, want er is in dit rustieke plaatsje met nog geen 600 inwoners geen kroeg te bekennen waar Duitse supporters samenkomen.

Stiekem had ik gehoopt op taferelen zoals die in 2014. Het was de woensdag van de Hengelose kermis toen Nederland in de halve finale van het WK tegen Argentinië speelde. Het dorpscentrum stroomde vol met oranje supporters. We verloren die dag dan wel van Messi en zijn mannen, maar de saamhorigheid was groot. Voetbal bracht mensen bij elkaar zoals geen andere sport dat kan.

In onze buurlanden kunnen ze daar deze zomer weer van genieten. In het Duitse dorpje waar wij deze zaterdagavond terecht zijn gekomen, heerst echter vooral de rust. In dit restaurant blijft de gekte beperkt tot de man met een halve liter bier en een grote familie waarvan één jongetje een Duitsland-tricot draagt. Dat gezelschap zit aan een lange tafel. Aan kleinere tafels zitten stelletjes. De mannen werpen af en toe een blik op de tv.

De familie aan de lange tafel houdt een poule. Vrijwel iedereen voorspelt een uitslag in het voordeel van de Duitsers. Een oom die opschrijft dat Zweden met 0-2 gaat winnen, krijgt de wind van voren. Zoiets doe je toch niet? Anderen hebben meer vertrouwen of zijn verblind door vaderlandsliefde. '3-0!', roept iemand. Het jochie met het Duitse shirt houdt het op 2-1. Een vooruitziende blik, zo zal later blijken.

Als Duitsland in de allerlaatste minuut van de blessuretijd een vrije trap op een niet onmogelijke plek krijgt, is het restaurant – met uitmuntend lekker eten – allang leeggestroomd. In de rust zijn de laatste gasten vertrokken. Het jongetje en zijn familie kijken thuis verder. Al is thuis voor nu waarschijnlijk één van de vele pensions in dit dorp. Net zoals dat voor ons het geval is.

Er zit nog één man. Een man met een halve liter bier. Bij de 0-1 liep hij balend weg, maar hij is weer terug. Met zijn handen achter zijn hoofd en een laatste sprankje hoop in zijn ogen staart hij richting het televisiescherm. Als de winnende treffer valt, ontploft hij van geluk. Zijn oerkreet doet de glazen achter de bar rinkelen. Zijn armen gaan de lucht in. Een leeg restaurant vult zich met intense voetbalvreugde. Mooier heb ik het dit WK nog niet gezien.