Artistiek

Het had al in de krant gestaan, en online. Er werd me gevraagd hoe laat het begon, maar ik zat nog met mijn hoofd in Lunteren en Gouda. In hotel- en museumtuin was ik zonnig aanwezig bij de start van een liefdestoekomst, onderschreven door mijzelf en velen. Aangehoord en beglimlacht, met bloemetjes en kussen omlijnd. Nooit zal het wennen, een toga zo ruim als die harten te dragen.

Na het trouwen stond op de enige dag die de week nog overhad mijn mini-optreden in Hummelo gepland. Liever was ik wat langer blijven liggen, tussen de zelfgemaakte Moederdag-cadeaus en de kruimels van de cake die doorging voor ontbijt. Maar als iets in mijn agenda staat, is het waar. Dan komt er geen speld meer tussen, of het moet een regendruppel zijn.

De kinderen mochten mee. Of ja, ze hadden geen keus, en ik geen oppas. Er kwam een regendruppel tussen en daarom verruilden we de Poeziëklinkplek voor de boerenschuur vlakbij. De vogeltjes schuilden ook voor de wolken en vlogen zomers door de schuur. Er was gisteren een familiefeestje geweest en er stonden nog spelletjes. Blikgooien en sjoelen. De kinderen werden langzaam iets blijer dat er geen oppas was.

Er was selfservice in goed vertrouwen, zondagsstappers wandelden af en aan. De uitbater sprak trots over zijn paardenhuifkar en de mensen die achter hem aanhobbelen door zijn mooie dorp. Hoe er van de week trouwens wel vijfduuzend mensen op het plein stonden voor de onthulling van een iconisch beeld en ik me bedacht de kinderen nog te moeten leren wat høken is.

Mijn map met woorden lag geduldig op een hoge, houten tafel. De eerste belangstellenden dienden zich aan. Er zou muziek bij zijn, maar de muzikanten hadden zich in het tijdstip vergist. Grappig, ik had juist van de week een gesprek met de kinderen over artistiek zijn. Ze kwamen tot de conclusie dat je dan vaak chaotische haren had en te laat kwam, tot ik aangaf ook met gemak onder die noemer te vallen. "Maar jij draagt altijd makkelijke broeken", klonk hun terecht verweer.

Na drie kwartier kwamen een violist met ongekamd haar en een zanger zonder horloge nonchalant de schuur binnen, tijdloze melodieën en teksten onder de arm. Het binnengedruppeld publiek nam geduldig plaats op de houten banken naast het hooi, de muzikanten stemden zich ondertussen gunstig. Zelfs de wind voegde zich bij ons, 'de deur stond toch open' zal ze gedacht hebben.

Onder een broedlamp dichtte ik over jou en mij, verhaalde ik van familie en de dwerghamster en nam ik al wie aanhoorde bij de hand. Nooit eerder deelden we een boerenschuur-podium, maar de muzikanten en ik werden terstond een kleine kudde; waar zij gingen sloot ik aan en als ik zat gingen zij staan. Mijn jongste zat op de eerste rij en gaf mij tussendoor zachte complimenten. Elk podium doet haar dromen van wereldfaam, ze zal niet gezien hebben dat er - naast de vogels - bijna geen kip was. En terwijl ik die ochtend liever wat langer geslapen had, kwam ik in een bedje van artistiek terstond volledig tot rust.