Ale Postma op het voormalige wedstrijdterrein van de Achterhoekse Paardendagen in de Oosterwijk. Foto: Margreet Nusselder
Ale Postma op het voormalige wedstrijdterrein van de Achterhoekse Paardendagen in de Oosterwijk. Foto: Margreet Nusselder

Ale Postma vertelt over de Achterhoekse Paardendagen

ZELHEM - Ale Postma (83) is geboren in Friesland in 1934. Het gezin kwam in 1979 in Zelhem wonen omdat Ale werkte voor wegenbouwer Verhoeven en Faber. Hij zorgde vanaf 1982 voor de inrichting van het terrein in de Oosterwijk. Hij raakte in eerste instantie betrokken bij de Ponyclub Zelhem. Zijn twee dochters kregen namelijk van opa een pony en ze mochten naar de ponyclub. Ale maakt van zijn hart geen moordkuil en hij had al gauw het een en ander op te merken over de staat van het terrein. Dat zorgde er vervolgens voor dat hij verantwoordelijk werd voor het onderhoud van het ponyclubterrein.

"Vanaf 1982 werkten de rijvereniging en de ponyclub samen aan het Concours Hippique, zoals het toen heette. Later kwam daar ook nog Onder de zweppe, de vereniging voor het aangespannen rijden, bij. Er zat verschrikkelijk veel werk in. Met een man of 10 a 12 werkten we vier weken aan de inrichting van het terrein. Er werden waterpunten aangelegd en elektriciteit, er werden hekken en hindernissen geplaatst, vijvers gegraven, tenten geplaatst et cetera. We hadden 54 hectare grond in gebruik. Met de jaren groeide het evenement en werden de dingen steeds beter georganiseerd. Er kwam een camping bij en voor de paarden werden 300 stallen neergezet. Het evenement kreeg landelijke bekendheid. 's Morgens om negen uur had ik de koffie klaar in de schuur bij de boerderij van Hemink en werd het werk verdeeld. Aan het eind van de dag stond rond half vijf een biertje koud.

Je hebt goeie mensen nodig, waar je mee vooruit kunt. Goeie mensen op goeie plekken. Zelf verantwoordelijkheid nemen! Je moet van te voren alles goed geregeld hebben. Wat me niet aanstaat dit zeggen. 's Avonds was er veel gezelligheid in de tent, goeie muziek en een goeie sfeer. Het was een geweldig evenement! Ik zou er nu nog bij zijn als het nog had bestaan. We hadden door de jaren heen veel hulp van vrijwilligers, maar ook van de Nationale Reserve, het Mannenkoor, de voetbalvereniging Zelhem, het AOC en ook een tijdje van gevangenen uit De Kruisberg. De verenigingen kregen een vergoeding voor hun medewerking en dat spekte bij hun dan de kas weer. Zo sneed het mes aan twee kanten. Zij zorgden voor het bemannen van de kassa, het parkeren en de beveiliging.

Het hele jaar door waren we eigenlijk bezig met de APD. Elke maand werd er vergaderd en steeds werd de begroting in de gaten gehouden. Joop Jansen was vele jaren de penningmeester en als we iets wilden aanschaffen vroeg hij; "Heb je het nodig? En "Kan het ook goedkoper?" zo werd de vinger aan de pols gehouden. De voorzitter Wim Wansing heeft samen met onder andere Joop Jansen goeie sponsors gevonden. De marathon zat altijd vol en de puntentelling deed de laatste jaren mee voor de wereldruiterspelen. In het weekend zat de tent altijd helemaal vol. Gert Maalderink, de leden van dansgroep De Blauwe en andere vrijwilligers zorgden voor het personeel. Er gebeurde gewoon heel veel. Er was soms ook stress om alles op tijd af te krijgen of irritaties. Zo ben ik eens door een boze boer met de greep van het erf afgezet en heb ik twee vrijwilligers naar huis gestuurd omdat ze wrijving in de buurt veroorzaakten.

We moesten een keer de stallen opbouwen en dat lukte niet. Ik belde de directeur van De Kruisberg op om te overleggen of de gevangenen langer mochten blijven. Ik kreeg toestemming, maar ze mochten geen alcohol. Ze moesten wel eten hebben. De hele groep is toen in een busje gezet en naar 't Olde Schot gereden om te eten. Ze werden gecontroleerd op alcohol. Er is er wel een keer eentje bij het Witte Paard gaan zitten om bier te drinken. Hij kwam op tijd weer terug, maar mocht daarna De Kruisberg niet meer uit. Studenten van het AOC hadden slaapplaatsen en douches op het terrein. Zij vonden het erg leuk. Daar hebben we veel plezier van gehad, zoals bij de aankleding van de tenten en het terrein. De dames uit de Oosterwijk deden de tent en vanuit de Oosterwijk werd ook de Trekkertrek georganiseerd. Dit onderdeel bestaat nog steeds."

Ale somt een hele waslijst aan activiteiten op die er zijn geweest van een Jack Russel-race tot aan fierljeppen aan toe. Ale: "Zo'n evenement, daar moet je wat mee hebben! Ik wist precies wat er gebeuren moest. Ik ging op de fiets of de auto rond om te kijken hoe het werk voortging. Als het nodig is, moet je zelf handelen. Een goeie sfeer moet groeien. Ik heb er heel wat meegemaakt. Ik heb er gehuild en gelachen! De laatste jaren, zo vanaf 2008 sloeg de crisis toe en trokken sponsoren zich terug. Ook het oude bestuur was inmiddels vernieuwd. De laatste twee jaar was het doodstil op het terrein, de sfeer was weg." Ale heeft 30 jaar gewerkt voor de Achterhoekse Paardendagen. "Als het nu nog zou bestaan, was ik er nog bezig!"


Achterhoekse Paardendagen
Van 1927 tot 2012 was er in Zelhem tijdens de pinksterdagen een groot nationaal paardensportevenement. De laatste jaren onder de naam Achterhoekse Paardendagen (APD). Het evenement heeft een lange en rijke historie. Zo waren Prins Bernard en de prinsessen Beatrix en Irene in de periode rond 1949 onder de deelnemers. Het evenement groeide door de jaren heen uit tot een nationaal evenement. Zo'n 600 vrijwilligers uit Zelhem en omgeving waren druk aan het werk om alles goed te laten verlopen. Er kwamen steeds meer verschillende takken van de paardensport bij. De laatste jaren telden de behaalde punten bij het aangespannen rijden zelfs mee voor de wereldruiterspelen, samen met grote wedstrijden in Calgary en Aken. Tijdens het Pinksterweekend trokken veel gezinnen naar het wedstrijdterrein in de Oosterwijk voor demonstraties, het strodorp en de grote feesttent met live muziek. Na 85 jaar is het evenement in 2012 failliet verklaard.