Foto: Achterhoekfoto.nl/John Mokkink
Foto: Achterhoekfoto.nl/John Mokkink Foto:

Herinnering traditionele broodweging bij Muldersfluite in ere houden

Vervolg van voorpagina

ZELHEM - Sinds 1529, mogelijk nog eerder, mochten alleen de geërfde boeren die eigenaar waren van een boerderij op de Markegronden het Gooy, Dunsborg en op de Zellemmer- Hattemermarke plaggen en turf steken. Ze moesten dan wel jaarlijks op Hemelvaartsdag een roggebrood van minstens 22 pond leveren bij de Dunsborger molen. Dit brood was bestemd voor de armen in de gemeente. De dag bij die molen op Hemelvaartsdag groeide uit tot een jaarlijkse feestdag van de Markegenoten bij de Muldersfluite.

Niet geërfden en buiten de Marke wonenden mochten volgens de regels alleen plaggen en turfsteken na speciale toestemming. De bouwlieden op de Zelhemmer-Hattemermarke leverden 's maandags na Hemelvaart hun brood op de Zelhemse brink.

Degene die het zwaarste brood leverde - vaak meer dan 100 pond - kreeg twee flessen wijn. Als het brood minder dan 22 pond woog, moest men zes stuivers betalen. Vanaf 1772 werd niet leveren van roggebrood bestraft met dubbele levering in het volgend jaar. Vanaf 1807 moesten de Markenrichters het brood verdelen onder de armen van diaconie Hengelo en Zelhem. Daarbij was 3/8 deel voor de protestanten en het overige deel voor de katholieken in Keijenborg en Hengelo.

Na ontbinding van de Marken en het aanstellen van Gemeentebesturen besloten de geërfde boeren-eigenaren van de boerderijen de traditionele broodlevering bij Muldersfluite als blijvende herinnering in ere te houden. Deze erven (de oude bestaande boerderijen) blijven als cijnsplichtigen bij voortduring belast met deze leveringsplicht. Op de website valt onder 'Marken om Zelhem' meer te lezen over de verschillende Marken rond Zelhem en Hengelo.


www.oudzelhem.nl