Borsten van katoen

Het vliegengordijn is de hele winter voor de achterdeur blijven hangen, mijn teenslippers stonden nog naast de kledingstoel bij het bed, de zonnebrandcrème lag nog in mijn mandje in de badkamer en de strandparasol die we in Italië kochten nog in de kofferbak.

Onbewust heb ik me geen moment neergelegd bij het najaar en stapte deze week als vanzelf moeiteloos het voorjaar in. Je zou kunnen zeggen dat het huis te klein is om er een zomer- en een wintergarderobe op na te houden, maar ik bezie dat toch liever anders.

Vergroeide kolen schep ik uit de BBQ en zoek daarna verse in de schuur. Ze liggen naast een nog altijd opgeblazen krokodil. Ik schuif een tas met zwemflippers opzij en denk aan de schaatsen die de overloop nog bevolken. Op het verkoolde rooster schrob ik welgeteld twee schuursponsjes stuk.

Het gras is lang en langs de rand steken dode stengels tussen levendige hortensia's uit. Droogbloemen hingen nooit ondersteboven in de keuken, maar staan fier tussen nieuwe aanwas. Met grote frons en slecht zicht neem ik eenmaal daags een klein uurtje in de zon plaats met mijn laptop. Bang dat ie oververhit raakt en ik voor altijd wit blijf.

De sproeier komt haperend tot leven en het kraantje onder de wasbak in de wc lekt nog steeds. Ik zet een plastic bakje onder zijn druppels en hoor aan de andere kant van de muur de buitenkraan dapper suizen. Dreft spreidt zich over de trampoline uit en met elke sprong wordt het schuim vrolijker. IJsjes vliegen de vriezer uit en met stukjes komkommer en chocolate chip cookies picknicken ze in het gras bij de speeltuin.

De eerste gaten zijn al in sokken gerend en de eerste sproeten op neuzen gedrukt. Net waren ze nog boven, met vriendinnetjes in de grote slaapkamer. Elkaars bikini's passend en beoordelend. "Ik ga even hier in de hoek staan hoor, nog niet kijken."

We kunnen het ons niet voorstellen; dat er eens nog regen komt. We nemen het seizoen dankbaar aan. Ook al weet ik niet meer wat nu te koken dan wel te drinken en is onze picknicktafel ook dit jaar funest voor rug en billen. Ook al breken straks de nachten aan dat ik in het holst met een zaklampje en een elektrische vliegenmepper net zolang zoek tot ik zoemende daders heb geroosterd.

"Mogen we rondjes lopen in onze bikini?", vraagt ze wulps onschuldig met twee opgerolde hemden in haar bovenstukje. Ik maak geschokt een volwassen grapje over soortgelijk gedrag en wijs ze daarmee onbedoeld op hun dubieuze verzoek. Laat maar gaan, denk ik daarna. Waad door het grasveld, houd je buik uit of in, wees je niet bewust van jezelf, stamp je hakken zwart, draag borsten van katoen, geef de lucht een zoen.

Vlieg maar, ga maar, zweef zoals dat koolmeesje vanochtend door je open slaapkamerraam zo af en toe terug naar binnen. Dan zetten wij - zoals vanochtend - opnieuw alle vensters open om je in vrijheid elke nieuwe vlucht te laten kiezen.