Derk Jan en Hendrik Jan Kuenen. Foto: Margreet Nusselder
Derk Jan en Hendrik Jan Kuenen. Foto: Margreet Nusselder

Vier generaties veehandel Kuenen

Vader en zoon krijgen kippenvel van een mooie koe, een 'kippenvelkoe'

Door Margreet Nusselder

ZELHEM - Veehandel Kuenen is een bloeiend familiebedrijf dat inmiddels vier generaties bestaat. Voor zover bekend is (over-)grootvader Hendrik Jan Kuenen (1889) rond 1905 gestart met de handel in vee. Zijn vader stond te boek als landbouwer, maar mogelijk zat ook hij al in de handel. Hoe is dit bedrijf door de tijd heen gegroeid, wat is er veranderd en zijn er misschien ook dingen hetzelfde gebleven?

We zitten aan de keukentafel van de familie Kuenen aan de Nieuwsteeg in de Wassinkbrink te Zelhem. Vader Derk Jan (1966), moeder Sandra Kuenen-Postma (1965) en zoon Hendrik Jan (1994). Derk Jan is naast veehandelaar ook enthousiast hobby-kok en tijdens het interview roert hij regelmatig in de soep die hij aan het koken is. Het uitzicht vanuit de keuken is, hoe kan het ook anders, op een weiland met koeien. Vader en zoon vertellen, terwijl Sandra het familiearchief doorpluist.

Het begint met Hendrik Jan Kuenen (1889-1978). Hij was getrouwd en had drie kinderen. Een zoon en twee dochters. Ze pachten een gedeelte van een boerderij aan de Haafsweg 4 te Doetinchem. De grond, enkele hectares, lag er achter in De Zumpe. In de familie noemden zij het De Vinkenborg. Eigenares was juffrouw Heijink, zij bezat meerdere boerderijen en grond. Deze boerderij is tegenwoordig verbouwd tot een dubbele villa. Hendrik Jan had, zoals veel mensen destijds, een klein gemengd boerenbedrijf. Derk Jan: "Ik heb het natuurlijk allemaal van heuren zeggen, moar het was veur iedereen hard pokkelen. Gres maaien met de zeis, ploegen met het peerd, zwoar werk! Doarnoast deed hij in de handel in koeien. Het was een man met niet veel geduld. Hij ging in de beginjaren op de fiets de boer op, later had hij een brommertje. De telefoon bestond nog niet. De klanten woonden onder andere in Wijnbergen, Etten en Azewijn. Ze verkochten misschien moar 1 of 2 keer per joar een koe. De koeien werden lopend deur de boeren noar de dinsdagmarkt in Doetinchem geleid. Daar kregen ze de initialen HK op de billen gezet. Um 04.00 uur 's morgens werd er afgerekkend in het café. Een koe was zo'n 80 gulden waard. Bij het afrekkenen heurde 'zegengeld' dat was een paar dubbeltjes of een gulden en natuurlijk koffie, een borreltje of erwtensoep. Het 'zegengeld' was veur veul geluk! Tot de markt werd opgeheven in 2001 hadden wij 35 standplaatsen tegenover café Slot."

Derk Kuenen (1922-1997) gaat als jongen, na de opleiding aan de Landbouwschool in Zelhem, mee de boer op en leert zo het vak van zijn vader. Dit was rond 1937. Derk Jan: "(Groot)vader Derk was een liefhebber van vee en had veul belangstelling veur het boerenbedrief. Hij was wat meer geduldig van aard." Hij trouwde met Derkje Schierboom en zij trokken in bij haar ouders die een boerderij en een BP-benzinepomp runden aan de Nieuwsteeg, de plek waar de familie nu nog woont. "Ze hadden een gemengd bedrijf met ongeveer 25 melkkoeien en 15 tot 20 fokvarkens. De varkens werden door moeder verzorgd. Zij kregen 4 kinderen, helaas is het eerste kindje overleden toen zij 1,5 jaar was. De veemarkt in Doetinchem werd steeds drukker. Soms werden er wel 120 koeien op de markt verkocht". Sandra laat een foto uit het archief zien uit 1952 waar het een enorme drukte is. "Er stonden soms in totaal 2000 tot 2300 koeien op de markt". Op de foto staan de kopers en kijkers rijen dik tussen de koeien. Derk Jan: "De markt heeft een grote invloed gehad op de groei van Doetinchem, het was een enorme logistiek om alle koeien te vervoeren en het trok veul mensen noar de markt. De vrouwen gingen noar de lapjesmarkt en deden boodschappen". Dan was er ok nog de Houtkamphal veur het kleinvee. Derk Jan: "Elke dinsdag ging hij om half twee 's nachts noar de markt om de koeien op de plaats te zetten en de initialen HK op de billen te schrieven. Hij gebruukt nog steeds de initialen van zien vader. Soort bij soort, mooi op een rij. De koeien werden gebracht deur de vrachtrijders, elke streek had zo zien eigen transportonderneming. Boeren uut Zelhem, vroegen Gesink en Kempers en uut Azewijn kwam vrachtrijder Jansen." Derk bezocht de boeren met de auto en had inmiddels telefoon. "In 1983 is de eerste computer aangeschaft. Noa afloop van de markt bracht mien moeder het geld rond noar de boeren, waarbij meteen de laatste nieuwtjes werden uutgewisseld. Gaandeweg werd oavergegaan op cheques. De boeren konden deze verzilveren in het café. In café Ketz zat de Rabobank en in café Slot zat de ABN/AMRObank met een loket". Vader Derk was lid van het bestuur van de markt, de Vereniging tot bevordering van het marktwezen.

Derk Jan Kuenen (1966) ging na de MAVO naar het AOC, waar de passie voor vee is ontwikkeld. Vanaf zijn dertiende ging hij mee naar de markt en deed zo ervaring op in de handel. "Vroeger waren de koeien veul ronder gebouwd, zo worden ze nu niet meer gemaakt heur! Ik heb er twee joar oavergedoan om het systeem van de markt te leren kennen. Wie is wie en wie doet wat? Er waren tal van verschillende mensen met verschillende taken. De markt was een echte smeltkroes!". De basis van het bedrijf zijn nog steeds de boeren uit een kring van zo'n 20 kilometer. Tegenwoordig minder in aantal door de schaalvergroting, moar met meer dieren per bedrief. Ze verkopen koeien aan boeren en aan het slachthuus. Derk Jan: "Belangrijk is dat we continuïteit leveren en volumes. Handel drieven moj aanvuelen, je kunt niet zomoar wat doen. Het is daghandel, als ik drie dagen op vakantie ben doe ik er een halve dag over om er weer in te komen. De prijzen variëren snel". Tegenwoordig gaat er veel via de mail en de app, maar belangrijk blijft het contact met de boer en het slachthuis. Daarnaast gaat Derk Jan elke maand naar de veiling in Osnabrück en in Miesbach (Duisland). Derk Jan: "De klant wordt steeds groter en wil de verkoop goed geregeld hebben. Ik ontzorg de boer en doe de terugkoppeling van het gewicht enzovoorts". De veemarkt is opgeheven nadat in 2001 de ziekte Mond-en klauwzeer heerste. Er kwam een scherpe regelgeving op het gebied van verzamelpunten voor vee, waardoor een markt niet meer haalbaar was. Sinds de jaren 1985/90 ging het gros van het vee al rechtstreeks naar het slachthuis en kwamen deze niet meer op de markt. Het aantal dieren was al teruggelopen. Derk Jan is tevens voorzitter van de Commissie Rundveehandelaren van brancheorganisatie Vee en logistiek Nederland (VLN) onder leiding van oud-staatssecretaris Henk Bleker, voorzitter van VLN. De commissie komt op voor de belangen van de veehandel en indirect voor de boer. Bleker heeft goede ingangen in Den Haag en Brussel. Momenteel worden in Nederland boeren beticht van fraude met kalveren. Probleem hierbij is een mismatch tussen de vier verschillende registratiesystemen. Derk Jan: "Er komt waarschijnlijk een nieuw registratiesysteem, waarbij er een chip met een nummer komt in elk oormerk en het stukje huid wat los komt door het er in te prikken wordt opgestuurd en bewaard in een DNA-bank. Voor het vakblad VN Vakblad Veehandel Logistiek schrijft Derk Jan elke zes weken een kollum over het wel en wee van de familie en de veehandel. Natuurlijk lopen er ook koeien in de wei. Derk Jan: "Zo kan ik nog een beetje cowboy spelen!"

Hendrik Jan Kuenen (1994) ging na de HAVO eerst nog naar het HEAO, maar het bloed kroop waar het niet gaan kan. Ook hij ging naar het AOC met als studierichting Melkveehouderij. Hendrik Jan: "Ik heb er voor gekozen om ervaring op te doen bij een ander bedrijf. Ik werk vier dagen per week bij Lely als verkoopadviseur van stalautomatisering. Ik werk nu met meerdere collega's en leer veel over onder andere de omgang met klanten en digitalisering. Zo kan ik mezelf ontwikkelen. De boer op gaan is een van de leukste dingen om te doen. Ik wil graag in de toekomst samenwerken met mijn vader, daar kijk ik wel naar uit!" Derk Jan: "wij hebt altied wel schik samen! Wij leert ok van elkaar, ik heb ervaring, maar Hendrik het nieuwe inzichten." Op de dagen dat Hendrik Jan niet voor Lely werkzaam is, werkt hij op de boerderij en drijft hij alleen of met zijn vader de handel in vee. Hendrik Jan: "De eerste keer dat ik koeien kocht, weet ik nog als de dag van gisteren. Ik was 20 jaar en liep stage bij een boer in Noord Duitsland. Een andere veehandelaar uit de buurt belde op en vroeg of ik belangstelling had. Een boer had 94 koeien te koop. Aldaar aangekomen met een klein autootje werd ik als "broekie" door 3 handelaren en de boer nieuwsgierig aangekeken. Ik kreeg er al met al buikpijn van. Ik heb pa gebeld om advies te vragen, maar hij zei: iej mot ow moar redden. Het waren wel prachtige koeien, van die grote donkerrooie, ik kreeg er kippenvel van. Ik heb er eerst 80 gekocht. Enkele dagen later was er een boer in Nederland die ze prachtig vond en allemaal wilde hebben. Ze lopen er nu, drie jaar later, nog! De handel ging goed en toen dacht ik (slaat met de vuist op tafel) Dit vind ik mooi!" Vader en zoon krijgen allebei kippenvel van een goeie melkkoe. Ze moet uitstraling hebben en hard op de poten staan. Derk Jan: "wie kiekt graag noar een mooie melkkoe, moar wie verkopen 'm ok graag!" Hendrik Jan: "Mooi dat je een boer blij kunt maken!"

Overgrootvader en grootvader Kuenen. Foto: PR