Dinie Wunderink (r.) krijgt een ets van de kerk uitgereikt door ds. Fini van Zoelen en Riek Linde. Foto: Henk Knol
Dinie Wunderink (r.) krijgt een ets van de kerk uitgereikt door ds. Fini van Zoelen en Riek Linde. Foto: Henk Knol

Dinie Wunderink: bloemendienst sinds 1970

STEENDEREN - In september 1970 werd binnen de Protestantse kerk van Steenderen de bloemendienst opgezet. Dat gebeurde al die jaren door vrijwilligers, onder leiding van mevrouw Dinie Wunderink-Harenberg.

Het doel van de bloemendienst is om gemeenteleden die in het ziekenhuis liggen of die dat om een andere reden nodig hebben, een bos bloemen te bezorgen. Het is inmiddels al 46 jaar dat Dinie Wunderink zich voor de bloemendienst heeft ingezet; en dus werd het tijd om haarzelf ook eens 'ín de bloemetjes te zetten'.
Op zondag 24 juli kreeg zij daarom een bos bloemen en een fraaie ets overhandigd uit handen van ds. Fini van Zoelen en Riek Linde, voorzitter van de kerkenraad van de Protestantse Kerk van Steenderen.

Riek Linde, voorzitter van de kerkenraad hield een toespraak, waarin hij een geschiedenis vertelde die al op 14 mei 1970 begon. Toen stelden Riekie Boschloo en Dinie Massink op de kerkenraad-vergadering voor om een bloemendienst op te richten. Op 20 september van dat jaar werd er gestart. Er waren vrijwilligers gevonden en volgens welingelichte bron was de leiding in handen van mevrouw Dinie Wunderink-Harenberg.
Op 23 september 1987 werd de Hervormde Vrijwilligers Dienst opgericht. Dus geen Hervormde Vrouwen Dienst, omdat Bartus Garritsen voorzitter was. Op de tweede vergadering 11 november werd Dinie Wunderink uitgenodigd om bij die club te komen en werd de bloemendienst een onderdeel van de HVD.

"Alles wat Dinie Wunderink deed voor de bloemendienst en voor de Hervormde Vrijwilligers Dienst kwam uit een goed hart. En daarbij had ze een groot netwerk: ze had intensief contact met predikanten en gemeenteleden. We willen op deze manier onze dank aan haar overbrengen."

Dinie Wunderink (r.) krijgt een ets van de kerkuitgereikt door ds. Fini van Zoelen en Riek Linde. Foto: Henk Knol