De (nog) begroeide uiterwaarden. Foto: Hans Thijssen
De (nog) begroeide uiterwaarden. Foto: Hans Thijssen

Beroepsschrift aan Raad van State

BRONCKHORST - Vereniging Bomenbelang heeft een beroepschrift ingediend bij de Raad van State in verband met het besluit van het ministerie van Infrastructuur en Milieu om in de uiterwaarden van de IJssel te beginnen met de kap van bomen en struiken. Hieronder een gedeelte van het beroepsschrift.

Ondergetekenden dienen onderstaand beroepschrift in tegen de definitieve besluiten van het ministerie van Infrastructuur en Milieu inzake plan Stroomlijn deelgebied 5 (IJssel), quicktrance. Op 12 augustus hebben gedurende zes weken vier ordners met ingrijpende plannen ter visie gelegen om betrokkenen de gelegenheid te geven kennis te nemen van de voorgenomen werkzaamheden die de rivier de IJssel, bij hoog water, een snellere waterafvoer moeten bieden. Vereniging Bomenbelang heeft om meerdere redenen, hierna genoemd, bezwaar tegen deze plannen en de wijze en periode waarop deze openbaar zijn gemaakt. De omvangrijke plannen zijn tijdens de vakantieperiode van deze regio ter inzage gelegd. Hierdoor resteerden slechts drie weken om deze te bestuderen. Een ongebruikelijk korte periode om de burgerij te informeren en haar de gelegenheid te bieden bezwaar te maken. De plannen melden alleen het doel van de voorgenoemde werkzaamheden (meer veiligheid bieden tegen hoog water). Hiervoor moeten 'zo veel mogelijk bomen en struiken' in de uiterwaarden weggehaald worden, zo staat te lezen. Dat harde constructies de doorstroming veel meer hinderen, wordt toegegeven, maar hieruit volgt geen actie. Door die harde hindernissen is de stroming in de uiterwaarden achter deze constructies bij overstroming op veel plekken gering, wat ook blijkt bij vorstperioden én hoog water. De uiterwaarden bevriezen dan snel. Solitaire bomen hinderen bovendien de doorstroming niet. Alleen struikgewas kan voor ophoping van vuil zorgen. Dat struikgewas is echter weer van groot belang voor vogels. Onze bezwaren richten zich niet tegen het streven naar meer veiligheid, hoewel we onze bedenkingen hebben over de verwachtingen dat NA het gereed komen van alle werkzaamheden in het kader van de rivierverruiming ('Ruimte voor de Rivier') én NA het alsnog plegen van onderhoud aan de kribben langs de IJssel* (hetgeen de laatste tien tot 15 jaar niet meer gebeurd is) de kans op overstroming nog steeds in feite hetzelfde is als nu. Het aantal hoogwaterperioden waarbij de IJssel buiten haar oevers treedt, is al jaren op de vingers van een hand te tellen. Feit is wel dat al veel groen langs de rivier verdwenen is. Onze bezwaren richten zich op het gegeven dat onder de aanstaande werkzaamheden in de uiterwaarden geen plan als basis ligt dat aangeeft hoe men de uiterwaarden in de toekomst voor zich ziet. Moeten de uiterwaarden uiteindelijk in de komende jaren ontdaan worden van alle bosschages, bosschages die veel vogels en dieren trekken? Ook het her en der weghalen van bomen en struiken heeft al consequenties voor het leven in de uiterwaarden en voor het aanzicht van het IJssellandschap. Zonder veel schuilplekken is dat landschap niet interessant meer voor vogels (o.a. ooievaars) en kleine dieren. Het groen dat gaat verdwijnen, compenseert Rijkswaterstaat in principe niet. Ons inziens biedt het plan Stroomlijn echter juist een goede gelegenheid om op de wat hogere delen van de uiterwaarden het verlies van groen in de uiterwaarden te compenseren door daar bomen te planten of (meidoorn)hagen. Vier gemeenten aan de zuidzijde van de IJssel (Arnhem, Zevenaar, Rheden en Westervoort) willen de komende jaren met hun plan Rivierklimaatpark IJsselpoort wel een koppeling aanbrengen tussen veiligheidsmaatregelen en een fraai landschap, dus zonder schade toe te brengen aan natuur en milieu. Het buiten de plannen houden van de in het gebied aangewezen natuurmonumenten betekent niet dat ze geen schade zullen ondervinden van de werkzaamheden en veranderingen in en om de IJssel. Om de doorstroming te verbeteren, wordt bijvoorbeeld binnen de gemeentegrenzen van Bronckhorst drie hectare bos, bomen en ruigte afgevlakt, waardoor het een definitieve andere bestemming krijgt (zonder compensatie). De werkzaamheden veroorzaken naast de schade aan flora en fauna blijvende schade aan het landschap waaraan de bevolking in dit deel van Nederland veel waarde hecht. De hiervoor genoemde bezwaren resulteren derhalve in het verzoek aan u de voorgenomen plannen te stoppen dan wel op te schorten totdat bekend is wat de effecten zijn van de nog lopende werkzaamheden uit het rivierverruimingsplan 'Ruimte voor de Rivier' en het plegen van het achterstallig onderhoud aan de kribben langs de IJssel.

Hoogachtend,
Cees van der Jagt, voorzitter
Peter Bielars, secretaris