Afbeelding
Foto:

Smedekinck nu 'Geregistreerd Museum'

Zelhem - Naast de hoofdingang van Museum Smedekinck in Zelhem prijkt sinds juli een schildje met daarop de tekst 'geregistreerd museum'. De argeloze bezoeker valt het misschien niet eens op of neemt het voor kennisgeving aan, maar voor iedereen, die bij het museum betrokken is, betekent het erkenning en geeft het een gevoel van trots. Het heeft heel wat tijd en inspanning gekost om geregeld te krijgen dat het museum kon worden opgenomen in het 'Museumregister Nederland' en het schildje aan de muur mocht.

Ruim acht jaar geleden verhuisde het oudheidkundige museum 'Erve Tenk' van de Heidenhoekweg naar de huidige locatie, de gerestaureerde, eeuwenoude boerderij Reuterink aan de Pluimersdijk in Zelhem om onder de naam 'Museum Smedekinck' verder te gaan. Voorzitter Cor Bruggink van Stichting Museum Smedekinck vertelt over het geregel om het museum geregistreerd te krijgen. "Om een aantal redenen kon van het aanvragen van een officiële museumregistratie in de beginjaren geen sprake zijn. De belangrijkste reden was de stormachtige ontwikkeling van Smedekinck, nadat we de huidige locatie ter beschikking hadden gekregen. Na de opening van het museum vroeg met name het inrichten van de voormalige ligboxenstal als ruimte voor exposities en grote bijeenkomsten veel tijd en aandacht."

Na vijf jaar (in 2012) achtte het bestuur de tijd rijp voor het aanvragen van een officiële registratie. Cor Bruggink: "We vonden dat een officiële registratie bij de wijze van functioneren en de omvang van de collectie hoorde. Ten tweede waren we ervan overtuigd, dat we in ons streven om zover te komen een kwaliteitsslag konden maken en ten derde hadden we het vermoeden dat een museum in de toekomst officieel geregistreerd moet zijn, wil het in aanmerking komen voor bepaalde subsidies."

Dat een museum niet zomaar in het 'Museumregister Nederland' wordt opgenomen, is het bestuur van Smedekinck inmiddels wel duidelijk. Ruim drie jaar bleek er nodig te zijn om het museum 'officieel geregistreerd' te krijgen. Een aanvraag begint met het invullen van een lange lijst met vragen over allerlei zaken, die te maken hebben met het beheer en de instandhouding van het museum en hoe deze zaken schriftelijk zijn vastgelegd. Alles, maar dan ook alles – van het bestuursbeleid en de financiële middelen tot en met het collectiebeleid en de presentatie – moet, het liefst zo uitgebreid mogelijk, worden omschreven en vastgelegd.

"Een best karwei", noemt Cor Bruggink het invullen van de vragenlijst. "We hebben de lijst, met daarbij allerlei documenten, ingestuurd, en kregen vervolgens een rapportage terug, waarin we konden lezen waarin we nog tekortschoten. Vanaf eind 2012 zijn we toen steeds met aanvullingen gekomen, totdat we in april vorig jaar een voorlopige erkenning kregen. Je hebt dan nog drie jaar de tijd om in orde te maken wat nog ontbreekt of niet volledig aan de eisen voldoet, om vervolgens een volledige erkenning te krijgen."

"En toen waren we het even zat", aldus Cor Bruggink. "Er waren niet eens zoveel onvoldoende punten meer, maar we besloten in eerste instantie die drie jaar toch maar volledig te benutten om de laatste puntjes op de 'i' te zetten.

Bovendien verschenen landelijk de eerste berichten, dat er toch wel erg veel werd gevraagd van kleinere musea als Smedekinck, waaraan dezelfde eisen werden gesteld als aan de grote musea, die gesubsidieerd worden, mensen in vaste dienst hebben, enzovoort.

Maar begin dit jaar ben ik er toch maar weer ingedoken, om het te kunnen afronden."

Opnieuw moest een lange vragenlijst worden ingevuld. Gelukkig was er voor kleinere musea nu wel een kortere versie. "Dat was wel een beetje vreemd", aldus Cor Bruggink. "We voldeden immers al bijna aan de eisen, die in de uitgebreide versie waren gesteld."

Na nog een aantal zaken te hebben geregeld, kon april 2015 alles worden afgevinkt en de auditor van het Museumregister kon worden uitgenodigd om te controleren of de praktijk overeenstemde met de informatie die op de vragenlijst was ingevuld.

De auditor had er begin juni een hele dag voor nodig om dit te beoordelen. Afgezien van een paar kleine puntjes, die in de eerstvolgende bestuursvergadering konden worden afgehandeld en geregeld, was alles dik in orde. Op 14 juli kwam eindelijk het bericht van 'Museumregister Nederland', dat de voorlopige registratie was omgezet naar een volledige registratie en het bijgeleverde schildje kon aan de muur worden geschroefd. "Dat was een mooi moment", besluit Cor Bruggink.

www.salehem.nl