Ruud Pleune (Water Natuurlijk) aan het woord tijdens het debat in kasteel Hackfort. Op de achtergrond Floor Wissing (VVD). Links gespreksleider Dolf Logemann. Foto: Sander Grootendorst
Ruud Pleune (Water Natuurlijk) aan het woord tijdens het debat in kasteel Hackfort. Op de achtergrond Floor Wissing (VVD). Links gespreksleider Dolf Logemann. Foto: Sander Grootendorst

Waterschapspartijen: samen verdroging aanpakken

Politiek

Het debat was georganiseerd door Natuur-monumenten

Door Sander Grootendorst

VORDEN - Het had de vorige dag gesneeuwd, het bos was kleddernat. Maar schijn bedriegt, de voortsluimerende verdroging op landgoed Hackfort – en in de hele Achterhoek – blijft een immens probleem. De aanpak ervan staat hoog op de agenda van alle negen partijen die woensdag meedoen aan de verkiezingen bij waterschap Rijn en IJssel.

Vertegenwoordigers van acht ervan deden zaterdagmiddag in het kasteel aanwezig mee aan een debat, georganiseerd door Natuurmonumenten, over precies dat thema: verdroging. Maar eerst waren zij, samen met andere bezoekers, op excursie geweest om onder meer te constateren hoe moeilijk de beuken het hebben, het natte voorjaarsweer ten spijt.

Flip Witte, ecohydroloog (ecoloog gespecialiseerd in waterkwesties) leidde het debat in met een lezing waarin hij het publiek oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen voorschotelde. “Toen ik cultuurtechniek studeerde moest alles nog strak en grootschalig. Ik heb weleens een meanderende sloot ingetekend in een ontwerp. Dat werd niet gewaardeerd.”

Het beleid van waterschap was altijd uitsluitend gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water, mede om de landbouw ten dienste te zijn. “En afvoer is ook nodig, je wilt niet dat de boel onder water komt te staan, wat in de Achterhoek nog tot in de jaren zestig geregeld gebeurde.”

De droge zomer van 1976 opende Witte naar eigen zeggen de ogen. Die zomer was nog maar een voorbode van wat tegenwoordig veel gewoner is geworden. Dus – en daar zijn alle partijen binnen het waterschap het over eens – er moet meer water in het gebied achterblijven. Een strategie waaraan al sinds de jaren negentig wordt gewerkt. Maar, zo bleek vorig jaar, toen tal van beken volledig droogvielen, er zijn nog veel maatregelen nodig. 

Beregening
Volgens Witte nemen steeds meer agrariërs – “vanuit hun positie begrijpelijk” – hun toevlucht tot beregening, die dan weer als nadeel heeft dat de omgeving nóg droger wordt. “Beregeningsinstallaties zijn vanuit het zuiden in opmars. In Brabant gaat drie keer meer water op aan beregening dan aan drinkwater.” 

Het lastige is dat waterschappen niet weten hoeveel er exact met grondwater wordt beregend. Witte vindt dat dat wél zou moeten. “We kunnen nu slechts uitgaan van schattingen op basis van satellietbeelden.” De partijen zijn het met hem eens, al wil de een (VVD) er wat betreft het verstrekken van informatie door grondwatergebruikers minder ver in gaan dan de ander (Vrienden van de Berkel). Een in de zaal aanwezige agrariër meldde dat het invullen van de formulieren bijna een dagtaak is. Dat ligt dan weer niet aan het waterschap, maar aan het Rijk. VVD-lijsttrekker Floor Wissing beloofde het bij haar landelijke partij aan te kaarten.

De belangrijkste vraag misschien, gesteld door Witte: “Van wie is het water?” Hij toonde een plaatje van een beregeningsinstallatie pal naast een prachtige laan met oude beuken. “De aanpak van verdroging is uiteindelijk een politieke keuze.” Dat geldt dan bijvoorbeeld ook voor de vraag hoe hoog de grondwaterstand zou moeten zijn; die is sinds 1870 structureel omlaag gebracht. Alleen door samenwerking met de landbouw en de industrie kan de verdroging echt worden aangepakt, benadrukte Danielle Robbertsen (CDA). “Hackfort is daarvan een goed voorbeeld.” 

Gespreksleider Dolf Logemann probeerde de soms kleine verschillen tussen de partijen in het debat naar voren te halen. Zo wil Water Natuurlijk dat – de naam zegt het al – water zo natuurlijk (en schoon) mogelijk het gebied infiltreert. Terwijl de Algemene Waterschaps Partij AKW graag zou zien dat gezuiverd rioolwater via persleidingen terug het gebied in gaat. 

En in hoeverre kan het waterschap bepalen welk gewas wáar mag worden geteeld en waar wel of geen veeteelt kan. “Wij zijn mans genoeg om daar zelf verstandig mee om te gaan”, zei Dennis Wolsink (BBB) uit Ruurlo, die wél voorstander is van duidelijke regels voor grondwatergebruik.

Witte gaf aan dat je op de hoge gronden beter graan dan maïs kunt verbouwen. Sowieso houdt graan water beter vast. Anderzijds: “Tweederde van alle neerslag gaat door verdamping verloren.” Groeit de gewasopbrengst – op zich gunstig voor boer en consument –, neemt ook de verdamping en daarmee het probleem van de verdroging toe.

André Menting (PvdA) liet weten dat zijn partij in grote lijnen hetzelfde vindt als de andere partijen, maar dan wel met als uitgangspunt dat “de sterkste schouders de zwarste lasten moeten dragen”. Zo pleit hij voor een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid. Otto Willemsen (Ondernemend Water) benadrukte dat het waterschap financieel bepaald niet zo ruim in zijn jasje zit als Menting veronderstelt. 

Vanuit het publiek uitte een bewoner van het Vordense buitengebied zijn ergernis: “Het waterschap onderzoekt veel, maar doet zo weinig. Ik zie hier nog steeds overal sloten die geen andere functie hebben dan het afwateren van bos dat verdroogt…” Volgens bestuurslid Danielle Robbertsen doet de Vordenaar daarmee de inzet en deskundigheid van het waterschap en zijn bestuurders tekort. En haar collega Floor Wissing wees erop dat Rijn en IJssel “vorig jaar voor 35 miljoen euro heeft geïnvesteerd”. “We willen veel en we moeten veel, maar niet alles kan en zeker niet allemaal tegelijk.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant