
Buschauffeur Hannie
OpinieDe bus is tien minuten te laat. Dat vind ik niet erg, want ik heb geenszins haast. Daarbij heb ik al jaren niet meer in lijn 51 gezeten, die tien minuten kan het ook nog wel wachten. Toch komt de buschauffeur – een vlot ogende blonde vrouw – met haar beide handen verontschuldigend in de lucht aangereden. Na het openen van de deur volgt de uitleg. Ze was flink verdwaald, had haar bus door straten gestuurd waarvan de bewoners normaal nooit een bus door de straat zien komen. En de navigatie, die doet het niet.
Op veel eigen kennis van het regionale wegennet valt niet terug te vallen, want deze buschauffeur komt vanuit het westen en werkt hier pas sinds kort. Of in haar eigen woorden: ‘Nu ben ik hier neergezet.’ Hier is in dit geval bij de bushalte aan de Vordense Horsterkamp, waar Hannie – zo heet ze – even de tijd neemt om de systemen weer aan de gang te krijgen. Dat lukt na de nodige krachttermen wonderwel. De lampjes gaan op groen, lijn 51 is weer in lucht, de bus heeft weer een bestemming, tot vreugde van de dame achter het stuur: ‘Jazeker! Hannie is er weer!’
Ik zit als enige zonder muziekoortjes in de bus en vraag me af of ik nu ook iets moet zeggen. En wat dan? Misschien iets van: ‘Welkom terug, Hannie!’ Hoe zouden ze dat in pakweg de Haagse Schilderswijk doen? Of in hartje Rotterdam? Want in die contreien heeft deze vrouwelijke buschauffeur met ruim twintig jaar ervaring overduidelijk haar meeste werkuren liggen. Wat een contrast moet dat zijn met de ritjes over de Achterhoekse wegen, waar ook de navigatie gelukkig weer in werking is getreden. ‘Ja, hoor!’, roept Hannie bij de rotonde. ‘We gaan hier linksaf, richting Hengelooo!’
Hannie lijkt me een type dat er graag de sokken in heeft en dat blijkt te kloppen. In rap tempo doet ze het blauwgroen-aquamarijne gevaarte over de N316 zoeven. De vertraging verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik denk aan het ontelbare aantal keren dat ik in mijn studententijd in deze bus zat. ’s Ochtends vroeg de andere kant op, met veelal nog half slapende leeftijdsgenoten richting Vorden, Zutphen, dan verder het land in. ’s Middags terug richting huis, waar nu de vlotte vaart doorbroken wordt door een zondagsrijder op vrijdag. ‘Moeilijk he, gasgeven?’, roept Hannie tegen de grijze auto voor haar. ‘Het pedaal zit rechts!’
Ik denk precies hetzelfde en ik ben blij dat Hannie het roept. Het lucht wat op. Toch helpt het helemaal niets, want de snelheid van de auto voor ons blijft - zo schat ik in - ergens tussen de 60 en de 70 kilometer per uur steken. Gelukkig nadert Hengelo en kan ik de ergernis doorbreken door op de stopknop te drukken. ‘Fijne middagggg!’, roept Hannie enthousiast zwaaiend. Stralend verlaat ik de bus. In amper vijf minuten is mijn dag gemaakt. Ik heb geen idee wanneer ik een volgende keer in lijn 51 stap, maar ik hoop dat Hannie die dag weer achter het stuur zit.