Afbeelding

Ja

Opinie

Het is aan zo’n typische doorgaande weg, in de gemeente die ik nu al vijftien jaar ken. De navigatie geeft aan dat het voorbij de bocht zal zijn en de verscholen toegang verraadt hoe snel ik moet schakelen. Terwijl ik vaart minder zonder te weten wat ik ga vinden, rijdt achter mij een auto die graag met tachtig door zou kachelen. Het gebeurt me vaker dat ik op onbekende wegen tevergeefs naar nummerpaaltjes zoek. Dat blijft speuren, wat Google Maps ook roept.

De snelle bocht leidt me langs het boerenerf; veulentjes staan klaar me te begroeten, de moeders aan hun zijde briesen. Hobbelend parkeer ik m’n stationwagen langs een gespannen rood-wit lint en in de verte doemt het ontspannen tafereel op. Als zoemende bijen in een korf, door de hele wereld omgeven maar onder dezelfde stolp. Hier gonst het van verwachting en ik maak met het contract mijn opwachting.

De bruid komt helderrood op mij af, in een deinend gewaad met jeugdige wangen vol levenslijnen. Eigenlijk ben ik vandaag slechts te gast, want ik heb niets voor hoeven bereiden. Maar in mijn handen houd ik een donkerbruine map, met daarin zeven lijnen. We gaan ze onderschrijven, daarvan raak ik nog altijd buiten zinnen. Dat is vandaag geen punt, de enige inkt die ik nodig heb past op dat ene lijntje dat op mijn handtekening wacht.

Verderop wacht een eloquente heer met velletjes papier, hij tekende hun liefde op. Ik ben slechts zijn gast en geef daar straks een klap op. Meneer is geoefend spreker en bekend met gemeentelijke wegen, maar misschien viel de bocht hiernaartoe ook hem lichtelijk tegen. Ik vraag het hem niet. Een familievriend stelt zich aan me voor en vertelt eens een huwelijk te hebben voltrokken in New York, wanneer hij dat zegt legt hij de nadruk op ‘New’. Dat hernieuwt mijn inzicht omtrent de uitspraak van die stad. Ik glimlach en ben te gast.

Naast mij komt een dame zitten die vorig jaar de ceremoniespreker van haar oude buurmeisje was, ze vermoed abusievelijk dat ik, ter voorbereiding, inhoudelijk dicht bij het bruidspaar was. Ik corrigeer haar niet, want ineens voelt het ook zo; dit gezelschap neemt mij in zich op en ik krijg hun verhaal alsnog cadeau. Wat er wordt gezegd, raakt me oprecht. Ik hoef mij er enkel aan te laven om me erin onder te kunnen dompelen. Het is mijn taak te bevestigen en wat ik voor me zie is het beklinken waard.

Na afloop reikt iemand me een glaasje aan, het voelt passend daar te staan; ik vlij me tegen bloemen en gezoem aan. Mijn schoudertas bewaakt het antwoord op hun belangrijkste vraag; ik kreeg talloze volzinnen vandaag en kwam slechts voor een ‘ja’.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant