Afbeelding

Overpeinzingen van een oude molen, deel 1

Algemeen

In mei 2020 is het zover, dan wordt de Coops molen aan de Wiekenweg in Zelhem heropend. Kijk eens op www.coopsmolen.nl en facebook. Derk Coops bouwde deze molen in 1818. Na succesvolle jaren stond de molen jarenlang stil en kwam het verval. De molen vertelt hier zijn levensverhaal.

Dag mevrouw, dag meneer, goeijendaaag. Ik wil graag even kennis met u maken. Ik ben weliswaar niet nieuw hier in de buurt. Maar ik was er de laatste tijd ook niet helemaal meer bij, zo gezegd. Sinds kort gaat het echter weer een heel stuk beter, dus ik dacht, we zouden eens kennis moeten maken, u en ik.

Ik ben een oude man, uhh, molen. Niet dat ik mijn leeftijd zo precies heb bijgehouden hoor. Maar ik heb horen zeggen dat ik wel 200 jaar oud ben. Dat vinden jullie mensen oud. Om u de waarheid te vertellen, ik heb er niet veel van gemerkt. De jaren zijn kalmpjes voorbij gegleden. Van de afgelopen 80 jaar heb ik zelfs helemaal niets gemerkt. Ik stond maar een beetje te dromen en te dommelen.

Zomers gingen, winters kwamen. Het cement tussen mijn stenen verdween. Er begon gras tussen mijn voegen te groeien. Een paar jonge berkenboompjes tooiden mijn hoofd, want ik ben mijn kap helaas al decennia geleden verloren.
De mensen bleven weg. Er kwamen geen boeren meer met hun paarden en karren om hun graan door mij te laten malen. Ik was daar ooit heel goed in. Ik had namelijk, heel bijzonder drie koppels maalstenen. Ik maalde niet áls de beste, ik wás de beste.

Maar goed. Op een dag was ik niet meer nodig. De mensen kwamen niet meer. De boeren lieten hun graan malen bij 'moderne maalderijen' en zelfs de paarden zag ik niet meer. Mijn molenaar bezocht mij enkel nog 'bij gelegenheid', wanneer hij oude rotzooi kwam bergen. Een kapotte hark, wat brandhout of een oude kruiwagen in een net zo belabberde toestand als ikzelf. En later, nog veel later kwam er helemaal niemand meer.

De laatste molenaar had mij mijn wieken afgepakt, mijn bonkelaar, koningsspil, windpeluw, mijn spruiten noem maar op, weg. Het zegt u waarschijnlijk niet zoveel, dat snap ik best, maar voor mij, een trotse molen was het vreselijk. Mijn ledematen werden geamputeerd. Ik bleef kaal en leeg vanbinnen achter.

De elementen kregen vat op mij. Zomers kwamen, winters gingen en ik stond daar maar een beetje te dommelen en te dromen. Klaprozen en wat korenhalmen groeiden op mijn ooit zo trotse lijf. Een kraaienfamilie hield mij soms gezelschap met hun kuikens in een nisje tussen mijn losse ramen.

Tot op een druilerige zomerdag .. maar dát vertel ik een volgende keer.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant