Afbeelding

Column Eva Schuurman - Kampvuur

Algemeen

Kampvuur

Het was op een natuurcamping, met mijn liefste vriendin. Op een veldje waar we niet logeren zouden. Ik hou teveel van mijn eigen bed en zij teveel van mij. Tevens zie ik nooit uit naar een ontbijt op een nat grasveld en een rij bij de openbare douches. Wel geniet ik intens van de vrije uitloop sfeer, de gitzwarte kinderen met even zo smerige kleding en de manier waarop men proost met plastic kristal.

Uit alle luikjes aan caravans, omgebouwde bestelbussen of campers kwam drank tevoorschijn. De tafel had met gemak de ietwat nonchalante etalage van een slijterij kunnen zijn. "Wij gaan vissen" riepen een aantal mannen en ik had nog geen water gezien. Er liep een vrouw langs de tafel met een grote vuilniszak, het kampeerservies verdween terwijl de maan verscheen. Er wandelden twee dames 'ons' veld op, of we kwamen want het ging zo beginnen.

Het kampvuurfestival op de natuurcamping, waar het podium een overdekt plekje in het gras is en het publiek een stel ongewassen oermensen op ingezakte fauteuils, klapstoelen en boomstammen. Vanavond zou besloten gaan worden wie in ons midden de beste kampvuur-muzikant van deze streek worden ging. En een kampvuur, mag ieder uur. Wat mij betreft.

De eerste formatie ving aan, in gewaden van stugge makelij en met baarden van likmevestje. De instrumenten zo experimenteel als hun melodieën. Alles ontstond in het 'nu'. Als getuige van deze vervreemdende repetitie vroeg ik mij in een wanhopig moment af waarom ik mijzelf vrijwillig als de BOB had aangemeld. Met de onbekende klanken van een onbekend voorwerp stierf het optreden een welkome dood. Om daarna opgevolgd te worden door een band met een frontvrouw die zo angstig uit haar ogen keek dat het leek of ze telkens opnieuw schrok van haar eigen zangstem. De boomstam onder mij begon hardgrondig te protesteren, wat zijn weerslag had op mijn zitvlees.

Nummer drie sloeg daarentegen alles. Verontschuldigend begon de bibberende heer over zijn gebrek aan ervaring, welke wij bij noot één moeiteloos hadden kunnen constateren. Zijn 'show' sloot hij af met een tergende medley waarin hij in al zijn covers steeds een woord door de term 'kampvuur' verving. "Let it burn, burn, burn. The ring of kampvuur." Naast drank verlangde ik inmiddels ook naar verdovende middelen. Niet wetende dat mijn hang naar verlichting weldra ingewilligd worden zou. Want de laatste act was zowel therapeutisch als slaapverwekkend.

Tussen zijn aangename gitaarspel door vertelde hij zijn levensverhaal, in elk tekstueel intermezzo zaten minstens twee trauma's verwerkt en ik kreeg de neiging mijn inmiddels veroverde vijfdehands sofa aan hem aan te bieden. Zelfs de manier waarop hij zijn gewichtstoename met heroverd geluk associeerde klonk onverwerkt.

Het was een bonte avond. Terwijl de anonieme jury in beraad ging en met de hand over het hart de getraumatiseerde jongen een pleister op al zijn wonden besloot te plakken, keek ik tevreden naast me. Daar zat ze, met haar lieve gestalte op een wankele boomstam. Het maakt dus echt niet uit waar je bent, als je liefste vriendin er maar bij is. "We are the kampvuur my friends."


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant