Ans en Dirk Minor laten al veertig jaar de Keppelse molens draaien

17 december 2018, 11:59 Algemeen

LAAG KEPPEL – Het molenaarsechtpaar Ans en Dirk Minor vierden dat zij al veertig jaar de Keppelse molens laten draaien. Dirk Minor (70 jaar) is al 45 jaar molenaar en al 40 jaar de vaste molenaar van de Keppelse molens. Deze oude watermolen en een kleine windmolen, een Friese spinnekopmolen staan aan het eind van de Dorpsstraat in Laag-Keppel, bij de ophaalbrug over de Oude IJssel.

In 1970 bezocht Dirk samen met Ans de Buitenmolen in Zevenaar. De toenmalige molenaar van deze molen, Willem Strijbosch senior zag dat hij interesse had in techniek en bedacht dat hij ook interesse in het molenaarsvak kon hebben.

Maar Dirk wilde eerst zijn monteursdiploma behalen; hij werkte tot zijn pensionering in 2004 als monteur bij de Rijks Automobiel Centrale. Zoals beloofd, ging hij terug naar Zevenaar en startte inderdaad met de opleiding tot vrijwillig molenaar. Na anderhalf jaar deed Dirk in 1973 het zogenaamde proefexamen op de molen De Hermien in Harreveld. Op 23 november dat zelfde jaar volgde het landelijk examen afgenomen door vereniging De Hollandsche Molen op de Voorste Hellouwse Molen, halverwege Tiel en Rotterdam en mocht Dirk zich vrijwillig molenaar noemen.

Omdat de leegstaande woning naast de Buitenmolen niet beschikbaar bleek, werd gezocht naar een andere mogelijkheid. Strijbosch zag een advertentie in de krant waarin een molenaar voor de Keppelse molens werd gevraagd. Korte tijd na het sollicitatiegesprek bij baron Reinhard van Lynden kreeg het echtpaar het bericht dat ze de sleutel konden ophalen. Na het vertrek van molenaar Luttikholt had de watermolen een half jaar leeg gestaan, maar Dirk en Ans voelden zich gelijk thuis. Dirk is enthousiast over het buitenleven en de dieren die bij de molens kunnen worden gespot.

Veertig jaar lang, elke dag zijn Ans en Dirk aan het werk in en om de Keppelse molens. De seizoenen bepalen wat er moet worden gedaan. In de winter is er niet veel werk, maar in het voorjaar is er genoeg te doen op het terrein rondom de molens. Zo worden de paden en de tuin onderhouden.

In het najaar maait Dirk het gras om de lichtmasten van de ijsbaan, die iedere winter op het weiland achter de molenkolk wordt ingericht. Ook worden de wilgen geknot. Daarnaast vangt hij mollen, ratten en muizen rondom de molens, maar ook op het terrein van Kasteel Keppel. Hij wordt daarbij geholpen door de kat van de buren. Ans zorgt voor de moestuin, waar zij groenten verbouwt.

Molens draaiende houden
Als er voldoende wind is, wordt de molen op de wind gezet, vastgelegd, gesmeerd met varkensreuzel en opgezeild. Als de vang (rem) eraf is kan de molen draaien. Bij sterke wind kan de vijzel in het werk worden gezet om het water van de molenkolk in de Oude IJssel te pompen. Hierdoor ontstaat er een niveauverschil waar het waterrad van de korenmolen op kan draaien.Dirk houdt de wielen en roeden goed in de gaten. Deze zijn met houten wiggen vastgezet en als het erg lang droog weer is, drogen die uit waardoor de wielen, vooral in de windmolen, erg los gaan zitten.

Aan de watermolen heeft Dirk minder werk. Als het lekker weer is of er is bezoek, laat hij deze draaien. Wateraanvoer is er altijd voldoende, omdat het waterschap het peil van de Oude IJssel heel constant houdt.

Leerling-molenaars
Dirk heeft als molenaar ook regelmatig leerlingen (141 vooral jongens en mannen) die het vak willen leren. Er zit zo nu een dan een vrouw tussen, maar het molenvak is nog altijd een mannen wereld. Hij volgt nog regelmatig de cursussen op andere molens om op de hoogte te blijven. Ans mag ook de molens laten draaien, maar sinds Dirk met pensioen is, doet ze dat niet meer.

Op zaterdag 14 mei 2016, op Nationale Molendag, kreeg Dirk in het bijzijn van zijn vrouw Ans, familieleden, bestuursleden van de molenstichting en dorpsgenoten een koninklijke onderscheiding opgespeld door burgemeester Marianne Besselink.

Dirk en Ans Minor blijven op de Keppelse molens totdat zij denken dat ze niet meer kunnen zoals ze zouden moeten. Dirk heeft na jarenlang alle werkzaamheden te hebben gedaan, wel een stapje terug gedaan. Zo maakt hij de 300 meter lange sloot achter de huizen aan kasteelzijde van de Dorpsstraat niet meer schoon. Ook is hij gestopt met het helpen opbouwen van het podium bij het kasteel voor de Sinterklaasviering.

Aan de molen doet hij eigenlijk alleen nog de leuke dingen. De rest van het werk, zoals eenvoudig herstelwerk en steeds terugkerende schilderbeurten, laat hij over aan de aannemer en de molenbouwer.