Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Column Luuk Stam - Hengelse

Algemeen

Hengelse

"Bun ie een echte Hengelse?" Het is een vraag die ik zeer regelmatig krijg. Meestal van een wat oudere dorpsgenoot wiens ouders en voorouders hier in Hengelo zijn geboren en getogen. Er is ook de meer overtuigende variant. Dan luidt de vraag: "Ie bunt geen echte Hengelse of wel?" En dan is er nog de meest krachtige variant: "Bun ie import?"

Daar moet ik altijd erg om lachen. De eerste vraag begrijp ik goed. De tweede wordt al wat ongemakkelijker, maar de derde slaat echt als een tang op een varken. Ik ben namelijk allesbehalve import. Ik ben hier geboren en getogen. Al bijna dertig jaar lang is Hengelo mijn dorp en ik voel me hier meer thuis dan waar dan ook.

Als ik dat vertel, fronsen wenkbrauwen zich. De lijst Hengelose namen is lang. Arendsen, Berendsen, Besselink, Groot Roessink, Harmsen, Hulshof, Jansen, Jolink, Kok, Lenselink, Lubbers, Regelink, Roenhorst, Weustenenk, Wullink en dan vergeet ik er nog veel. "Maar Stam, da's toch geen Hengelse naam?", klinkt het dan op verontschuldigende toon.

Dat is waar. Toevallig stelden we thuis van de week vast dat met het samengaan van de gemeenten Zevenaar en Rijnwaarden – de één sluit zich per 1 januari aan bij de ander – ongeveer de complete familie van mijn vaders kant in de gemeente Zevenaar komt te wonen. Als ik in een dorp op het Gelders Eiland mijn achternaam noem, klinkt die bekend.

Dat is niet hoe ik op dit onderwerp kom, want dat gebeurt op de bank bij een stel in een Achterhoeks dorp. Ik ben daar voor een verhaal over hun bijzondere straat. Ik wil graag wat weten over de geschiedenis van die straat en over de mensen die er wonen. Dit stel woont er al vijftig jaar. Ik denk dus dat ik aardig goed zit, maar dat zien zij anders.

Allebei zijn ze namelijk niet hier opgegroeid, maar in de stad een aantal kilometer verderop. "Wij zijn import", stelt de man zonder blikken of blozen. Dat hij hier met zijn vrouw al vijftig jaar woont, doet daar in zijn ogen niets aan af. Als ik het fijne van deze straat wil weten, dan moet ik aan de overkant zijn. Daar woont Joop. En Joop, da's een echte!

Joop is volgens het stel 'een echte' omdat hij al heel zijn leven in dit dorp woont. Als dat de maatstaf is, bedenk ik mezelf, dan ben ik een volwaardige Hengeloër. Toegegeven; verder leg ik het af tegen Joop. Zijn vader en opa woonden ook in dit dorp. Maar heeft hij daar zelf enige invloed op gehad? Ik voel me een echte Hengeloër. Telt dat niet het zwaarst?

Dat gevoel versterkt nog maar eens als er later op de dag een reeks oude dorpsfoto's op Facebook verschijnt. Mijn moeder wil die foto's graag eens doorkijken, want misschien staat haar moeder er wel op. Mijn oma kwam van oorsprong immers ook uit Hengelo. Ik ben eruit. In het vervolg antwoord ik volmondig en met trots: "Joa, ik bun een echte Hengelse."


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant